Voor wie de laatste week ten onrechte de indruk kreeg dat Frits Criens iets tegen wielrennen heeft is hier het overtuigende bewijs van het tegendeel.
In Vleugels op de Ventoux geven Frits Criens en Hans Manders, beiden de trouwe lezers van Het vrije vers welbekend om hun standvastige vakmanschap, een humoristisch en geestig verslag van een fictieve wielerkoers op de Mont Ventoux.
De kale berg moet vanuit drie plaatsen worden beklommen. In deze heerlijke wielerklucht gaan de dichters op vrolijke, eigenwijze manier aan het stoeien met de mooiste aller sporten.
De koers en de namen der renners zijn verzonnen, voor de rest biedt Vleugels op de Ventoux alles wat echte koersen ook bieden: eerzucht, spanning, sensatie, heldendom, intriges, combines, doping, bijgeloof, een heroïsch einde en… een tragische held.

Als ware cyclisten halen Criens en Manders op de flanken van hun Heilige Berg, de Parnassus, het beste uit zichzelf. De sprankelende inhoud van hun sonnetten in estafettevorm maakt Vleugels op de Ventoux tot een must voor wielerfans én liefhebbers van lichtvoetige poëzie.

Vleugels op de Ventoux
Frits Criens & Hans Manders
ISBN 978-94-91034-86-2
Paperback - 56 blz. - € 14.95
(TOT EIND JUNI NU VOOR € 10 (geen verzendkosten) - UITSLUITEND VIA Dit e-mailadres wordt beveiligd tegen spambots. JavaScript dient ingeschakeld te zijn om het te bekijken.)

Log in

Gebruikersnaam en wachtwoord:

Zoeken

Forum Recent

Uit het archief

Dat het ooit voorbij zou gaan

ze ziet zichzelf weer in de schouwburg
op vaders arm, de drukte, het geroezemoes
weer thuis strijkt moeder stil wat kleren
één koffer maar, alleen voor haar?
 
wij komen later schat, toe ga nu maar
 
ze had gewacht op later, bleef alleen
en wist niet beter dan
 
dat het ooit voorbij zou gaan
 
hij ziet zichzelf weer in de lange rij
een jochie nog, en hoort weer elk woord
dat zijn vader zei
toe jongen, smeer ‘m als je kan, doe ‘t voor mij
 
ik zie je later, toe ga nu maar
 
hij had gewacht op later, bleef alleen
en wist niet beter dan
 
dat het ooit voorbij zou gaan
 
nu, zoveel jaren later brandt nog steeds
de pijn van het verlaten zijn
de loden lucht draagt maan noch ster
alleen het donker fluistert
 
dat het nooit voorbij zal gaan