MarchienBrons2
Foto: Marchien Brons
 
Wie er gisteren niet bij was in Emmen, heeft echt iets gemist!
Het Kampioenschap Light Verse Dichten in Eetcafé Groothuis was weer een bijzonder feestelijke gebeurtenis en niet uitsluitend door de optredens van de acht finalisten die lichtvoetige poëzie van niveau ten gehore brachten. Dit zesde evenement vormde ook een gelegenheid om bekende en nieuwe lightversedichters te ontmoeten! Niemand minder dan Jean Pierre Rawie maakte deel uit van het publiek. Het was de zesde keer dat de organisatie, Taalpodium STEM, het kampioenschap  mogelijk maakte.
 
Ronduit genieten was het. De presentatie was in handen van Machiel Pomp en Eddie Zinnemers. De voordrachten der genomineerden – Peter van der Vlis, Nando Leydes, Bart Adjudant, Niek Kalberg, Hannelly Krutwagen, Niels Blomberg, Koos Dijksterhuis en René Turk – werden muzikaal omlijst door gitaar comedian Roel C. Verburg die dat werkelijk fantastisch deed.
 
Hoewel het lightverseniveau van de deelnemers hoog was, bleek het voor de jury niet moeilijk om tot consensus te komen.
De winnaar dit jaar is Peter van der Vlis uit Amsterdam, jurist en schrijver van de geestige bundel ‘Gnoeglijk en Gazellig’. Als finalist beet hij de spits af en maakte op de jury een ongeëvenaarde indruk. Met kennelijk plezier ontving hij van Ton Peters het ludieke gouden lightversebeen.
 
Peter van der Vlis mag zich nu een jaar lang Nederlands Kampioen Light Verse noemen, een titel die hij met glimmende konen Wim Meyles heeft weten te ontfutselen. Ook de wederom hoogst bescheiden journalist van het DVHN kon zich gelukkig in het oordeel van de voltallige jury (Ton Peters, Machiel Pomp, Nicolette Leenstra en Inge Boulonois) vinden, getuige de kop van het digitale artikel vanochtend: De jury ziet het nu ook: plezierdichter Peter van der Vlis is de Nederlands kampioen Light Verse. (Hier te vinden.) Deze instemming en bovenal die proeve van haar professionaliteit heeft de jury zeer behaagd, hoorde iemand fluisteren in een van de corridors van het etablissement. 
 
Tweede werd de talentvolle Nando Leydes die zichzelf afficheert als chronische dromer en rijmer in programmeertalen. Hij is een nieuwkomer in het lightversecircuit. Aangenaam verrast was de jury door zijn originele invalshoeken. We zullen zeker vaker van hem horen!
 
Niek Kalberg, voorheen tekstschrijver voor radio/tv, nu columnist en zeer gewaardeerd dichter, kreeg de eervolle derde prijs.
Ongetwijfeld ten overvloede: de drie prijswinnaars maken  deel uit van het www.hetvrijevers.nl, het bekende platform met forum dat als kweekvijver fungeert voor puur lightversetalent, voor gedegen versificatiekunst. 
 
Voor het eerst dit jaar is ook een Publieksprijs uitgereikt. Deze trofee heeft de vorm van een artistiek verantwoorde klomp, vervaardigd in een van de ateliers van de kunstzinnige organisatie. Nando Leydes ontving deze onderscheiding uit handen van Machiel Pomp. Het geheel werd afgesloten met een genoeglijk samenzijn en een gezellige en voortreffelijke maaltijd in het eetcafé.
 
Het vrije vers zal deze week in het teken staan van dit kampioenschap. Van elk van de winnaars zal een gedicht op de voorpagina prijken. Juryvoorzitter Ton Peters buigt zich momenteel over het juryverslag. Uiterst spijtig voor hem natuurlijk dat het DVHN dat niet even voorkauwde...  
 
Taalpodium STEM heeft, evenals vorige jaren, een bundel samengesteld met de beste van de ingezonden gedichten: Lichtvoetig VI. De bekende cabaretkenner Kick van der Veer schreef het enthousiaste voorwoord waarin hij en passant een van zijn vroegere kunstjes onthulde. Op de eerste pagina van de bundel treft de lezer trouwens een schitterend gedicht van de zeer geapprecieerde mede-organisator Gezienus Omvlee aan, getiteld ‘Geluksmail’. De vormgeving van het boekje werd verzorgd door Gerard Stout, de kleurrijke tekening op de omslag door Johann Krol.
 
De bundel bevat dichtwerk van 25 dichters en telt 92 blz. ISBN: 978 90 83251974
Lichtvoetig VI (Uitgever Ter Verpoozing) is bij Taalpodium STEM te koop voor €10. Voor  €15 (inclusief verzending) te bestellen via taalpodiummmXoutlook.com (X=@)
Of maak het bedrag over op NL62 RABO 0170 2964 07 t.n.v. Taalpodium Emmen en Lichtvoetig VI valt per omgaande in uw brievenbus. De bundel past in een schoen dus is het straks een prachtig sinterklaascadeau!
 
lichtvoetigVIb
 
 

Log in

Gebruikersnaam en wachtwoord:

Zoeken

Forum Recent

Uit het archief

Een kruisweg van alledaags leed

 



‘Hé Bas.’
‘Ja.’
‘Weet je wat ik denk dat nog nooit in de geschiedenis van de mensheid gedaan is?’
‘Nou?’
‘Een sonnettenkransenkrans. Een sonnettenkrans van sonnettenkransen.’
‘Dat is een behoorlijk absurd en megalomaan plan. Gedoemd om te mislukken. Wanneer beginnen we?’

Een paar weken terug vond dit gesprek plaats op het kantoor waar ik samen met Bas Jongenelen werk. Hij promoveert er op humor in de middeleeuwse literatuur in 1561, ik schrijf er mijn verhalen. We begonnen met rekenen en tellen – is het überhaupt mogelijk een sonnettenkrans van sonnettenkransen te schrijven? [Ja, het is mogelijk] Hoeveel sonnetten móeten we dan wel niet schrijven? [196] en zijn er wel genoeg rijmklanken in de Nederlandse taal om het tot een mooi en spannend vormast spektakelstuk te maken? [Ja. Maar makkelijk wordt het niet].
Na twee weken tekenen, tellen en opnieuw beginnen hebben we het hele plan in kaart gebracht en zijn we gaan schrijven. Daarbij kregen we wat hulp van bevriende dichters (onder anderen: Peter Knipmeijer, Jaap van den Born, Rosanne Hertzberger, J.A. Dér Mouw en Jeroen Kant). We schreven tot op heden 44 sonnetten. Nog 152 te gaan.



De kransenkrans

In het kort komt het hierop neer: een sonnet is een gedicht van veertien regels, met een bepaald rijmschema [in ons geval voornamelijk abba abba cde cde], een bepaald ritme [in ons geval vijfvoetig jambe] en een wending na de 8e regel. Een sonnettenkrans bestaat uit 14 opeenvolgende sonnetten waarbij de laatste regel van het eerste sonnet de eerste van het tweede is. De laatste regel van het tweede is de eerste van de derde – en zo verder, tot en met het veertiende sonnet, waarvan de laatste regel weer de eerste is van het eerste sonnet. Daarnaast moeten alle veertien laatste regels weer een kloppend vijftiende sonnet opleveren. Wederom in dat vooraf vastgelegde rijmschema.

Dus wanneer een mens veertien sonnettenkransen schrijft, krijgt hij veertien (vijftiende) sonnetten die opgebouwd zijn uit de veertien ‘basissonnetten’. Die veertien sonnetten moeten op hun beurt ook weer samen een sonnettenkrans opleveren – en dáár moet dan ook weer een kloppend vijftiende sonnet uit komen. Nooit eerder in de geschiedenis van de Nederlandse literatuur werd er een sonnettenkransenkrans geschreven. Wij begrijpen waarom. 

Een kruisweg van alledaags leed

De titel van de kransenkrans wordt Een kruisweg van alledaags leed waarin de veertien sonnettenkransen samen de veertien staties vormen. Staties van alledaags leed met als ‘fysieke ongemakken’, ‘problemen rond eten en drinken’, ‘Klusjes om en rond het huis’, ‘het debacle dat vriendschap heet’ en ‘teleurstelling in de liefde’. Een op-en-top vrolijke bundeling van gedichten, begrijpt u wel. Later, uiteraard, meer hierover.

Ps. Vooruit. Nu we er toch zijn, een voorbeeldje:

Mijn werkster geeft zichzelve zelden bloot:
Zij kent de onderkant van kast en le-
dikant, maar ook de kooi van Faraday?
Ze zingt wel psalmen als een idioot.

Ik dreigde met de ure van haar dood:
‘Nu stop met zingen en maak schoon die plee!’
‘De profundis clamavi, Domine,’
Zong zij haar psalm en zij gedroeg zich groot.

Ruwhouten planken en vergeten kieren,
(want zij behoort al kruipend tot de dieren)
en koeienmest, die kent zij ook geheid.

Ik ging naar Bommel om de brug te zien,
maar toen ik thuiskwam, was zij weg, die Trien.
’k Ben Brahman, maar we zitten zonder meid.

– Bas Jongenelen

‘k Ben Brahman. Maar we zitten zonder meid.
Ik doe in huis het een’ge dat ik kan:
‘K gooi mijn vuilwater weg en vul de kan;
Maar ‘k heb geen droogdoek; en ik mors altijd.

Zij zegt, dat dat geen werk is voor een man.
En ‘k voel me hulp’loos en vol zelfverwijt,
Als zij mijn lang verwende onpraktischheid
Verwent met wat ze toverde in de pan.

En steeds vereerde ik Hem, die zich ontvouwt
Tot feeërie van wereld, kunst en weten:
Als zij me geeft mijn bordje havermout,

En ‘k zie, haar vingertoppen zijn gespleten,
Dan voel ik éénzelfde adoratie branden
voor Zon, Bach, Kant, en haar vereelte handen.

– JA Dèr Mouw

Voor Zon, Bach, Kant en haar vereelte handen
ben ik bereid om heel erg ver te gaan
Ik laat mijn voorgenomen klussen staan
Zou zo mijn hele huis en haard verpanden

Maar’k zou van regen in de drup belanden
Want, hoe, mijn god, begint een mens daaraan?
Het moet gezegd: de was moet ook gedaan.
Huishoudelijke plicht mag niet verzanden…

Voor haar vereelte handen, Kant, Zon, Bach,
wil ik echt héél ver gaan, zoals u weet!
Ach nee: da’s overdreven stoere praat…

Dus verf ik plinten, adem diep en lach
Want ferme taal is niet aan mij besteed –
Ik ben nu eenmaal zuiver op de graat

– Martijn Neggers