Steeds staren koeien in de wei
me minzaam aan wanneer ze mij
voorbij zien gaan
alsof ik diep onwetend ben
en slechts de oppervlakte ken
van hun bestaan.

En elke keer weer twijfel ik:
Is hun weemoedig wijze blik
wel wat het lijkt?
Nooit borrelt in een koeienkop
een heldere gedachte op
die mij bereikt.

’t Is wederzijds want men beschouwt
mij unaniem en vaak herkauwd
als drie keer niets.
Eén koe schokschoudert in haar vel
en loeit dan zacht: Maar hij heeft wel
een mooie fiets.

Log in

Gebruikersnaam en wachtwoord:

Zoeken

Forum Recent

Uit het archief

Sixtijn 12



Sixtijns dieet


Het valt niet mee van fors naar slank te gaan
Je doet dat niet voor je genoegen
Want kijk, zo’n afslankkuur
Is vaak van korte duur
Ook in dit vers bleek dat hard zwoegen
En vlogen snel de jamben er weer aan