De oude kennis
Loom wandelt in de hitte in natura
Een wat gezette boekenheld voorbij
Van wie ik bijna zeker weet dat hij
Ontsnapt is uit de Camera Obscura.
Hoe prachtig klinkt de taal van jaren her;
Hoe Warm het was maar bovendien hoe Ver.
De oude kennis
Loom wandelt in de hitte in natura
Een wat gezette boekenheld voorbij
Van wie ik bijna zeker weet dat hij
Ontsnapt is uit de Camera Obscura.
Hoe prachtig klinkt de taal van jaren her;
Hoe Warm het was maar bovendien hoe Ver.
Als schemerlicht het raam verduistert
hef ik het glas en weet mij even
door zoete eenzaamheid omgeven
terwijl mijn stem je naam weer fluistert.
De maan werpt kilte door het glas;
Ik pook de haard op en de vonken
verstuiven tot zij, weer verzonken
versmelten in de rode as.
En al de jaren die vergleden,
de levens en de lijdensduur;
zij vallen samen in het vuur
als was het een moment geleden.
(Uit: De tijd vliegt, maar de dagen gaan te traag, )