
Jeroen Bosch: De Marskramer (1493)
Ze namen me behoorlijk hard te pakken,
de drankvoorraad, de kroegbaas en de vrouw:
ik dronk, hij haalde kaarten uit zijn mouw
en zij de volle dagwinst uit mijn zakken
Dus heb ik nu het nachtloon van de zwakken:
een kater en een flinke scheut berouw
en ben ik naar een nieuw echec op sjouw
op slof en schoen met verder niks te makken
De schilder heeft het treffend weergegeven
alsof hij wel vertrouwd was met een leven
waarin je soms mismoedig verder sjokt
Misschien verdronk hij zelf zijn ongenoegen
en heeft hij bij een kaartspel in de kroegen
vier hoeken van dit schilderij vergokt