woodstock
 
Ontmoette langs de weg een kind van God.
Ik vroeg hem waar hij heenging, en hij zei:
'Naar rockbands toe, op Yasgurs boerderij.
Terug naar buiten trekt je ziel weer vlot.'
 
'Wel, mag ik mee? De smog moet weg uit mij.
Ik voel me net een tandwiel, draai kapot.
Misschien komt deze tijd de mens aan bod.
Ik weet niet wie ik ben, maar leer dat bij.'
 
In Woodstock telden we een half miljoen.
Overal zang en viering was het toen.
We zijn van sterrenstof, we zijn van goud.
 
We zijn van koolstof, tig miljard jaar oud.
Ik droomde bommenwerpers werden vlinders.
Weg duivelspact! Terug de Tuin in, kinders.
 
Jan  Kal gaf ons toestemming zijn bewerking van Woodstock tot sonnet over te nemen, waarvoor dank!
 
WOODSTOCK, Engelstalige tekst van Joni Mitchell
 
Well, I came upon a child of God
He was walking along the road
And I asked him, "tell me, where are you going?"
This he told me
 
Said, "I'm going down to Yasgur's Farm
Gonna join in a rock and roll band
Got to get back to the land
And set my soul free"
 
We are stardust, we are golden
We are billion-year-old carbon
And we've got to get ourselves
Back to the Garden
 
Well, then can I walk beside you?
I have come to lose the smog
And I feel myself a cog
In somethin' turning
 
And maybe it's the time of year
Yes, and maybe it's the time of man
And I don't know who I am
But life is for learning
 
We are stardust, we are golden
We are billion-year-old carbon
And we got to get ourselves
Back to the Garden
 
We are stardust, we are golden
We are billion-year-old carbon
And we got to get ourselves
Back to the Garden
 
By the time we got to Woodstock
We were half a million strong
And everywhere was a song
And a celebration
 
And I dreamed I saw the bomber jet planes
Riding shotgun in the sky
Turning into butterflies
Above our nation
 
We are stardust, we are golden
We are caught in the devil's bargain
And we got to get ourselves
Back to the Garden
 
 

Log in

Gebruikersnaam en wachtwoord:

Zoeken

Forum Recent

Uit het archief

Zicht op zuiver licht



Ik vraag je, laat me de manieren zien
waarop het leven zich ten volste toont,
zodat ik weten mag dat alles loont,
dat ik mijn plek in het geheel verdien.

Ik vraag je, laat mij zien waar liefde troont,
want rond mij worden mensen niet gezien,
en harteloos behandeld bovendien.
Is liefde hier, waar zoveel wreedheid woont?

De sluier van mijn sombere gedachten
ontnemen mij het zicht op zuiver licht
wiens stralen altijd schijnen en slechts wachten
op het moment waarop mijn weerstand zwicht.

Ik voel nu hoe zij mijn gemoed verzachten
en dat door hen een wonder wordt verricht.