Pexels
Het spijt me, veel te lang heb ik gezwegen
Ik stik haast in dit zelfvoldane land
Een rode loper lonkt, een gouden regen
De hemel strooit zijn sterren aan de kant
Ik ben de bom, dit jaar ga ik het maken
Met wat men noemt mijn weergaloos talent
Het blijkt dat ik eenieder weet te raken
Als zonlicht in het kille firmament
Maar hoor ik nu geklets over kapsones?
Ik bén een wereldmeester op de fluit
Speel virtuoos op allerlei trombones
Ik moet hier weg, ik hou het niet meer uit
Een uitbraak uit dit hokkie is een makkie
Ik ben dan ook geen Tokkie maar een Taghi
Samenwerksonnet: Bart Adjudant, Frits Criens, Ben Hoogland, Hendrikje de Koning, monnhauser, Frans Woortmeijer
Twee regels komen uit de sonnettenkrans "De hemel strooit zijn sterren aan de kant", een ode aan het Zeeuwse landschap, door Bas Jongenelen & Anne-Marie Maartens:
- De hemel strooit zijn sterren aan de kant: meestersonnet, regel 4
- Ik moet hier weg, ik hou het niet meer uit: sonnet 7, regel 12