Hoekstra
 
 
Dit ganse leven is één netoglop,
maar buiten mij schijnt niemand het te merken.
Men wandelt langs de beuken en de berken,
men lacht, men schertst, maar niemand valt het op.
 
Iedereen tracht zijn eigen froot te vinden, 
soms heel omzichtig en met taai beleid,
soms honds en in een minimum van tijd,
soms heel alleen, soms aan de hand van vrinden.
 
Maar mensen zijn fitulen op de winden.
Ik zie hun jacht, ik sla hun wegen ga,
ik loop de vlinders in de perken na
en glimlach om de lente in de linden.
 
Ach, geen ontsnapt de grijze valinop.
Aan ’t eind der reis staat hij tussen de bomen.
Hij heeft geen haast, want niemand kan ontkomen,
hij vangt ze allen in zijn sluiers op.
 
Dit ganse leven is één netoglop,
iedereen tracht zijn eigen froot te vinden,
maar mensen zijn fitulen op de winden,
ach, geen ontsnapt de grijze valinop.
 
Ter herinnering aan Han G. Hoekstra 04-09-1906 - 15-04-1988
 

Log in

Gebruikersnaam en wachtwoord:

Zoeken

Forum Recent

Uit het archief

Coronafeest

40
ClipArtKey (bewerking IB)
 
Verjaardag van mijn beste vriend!
Ik stak me in mijn nette pak
en kocht de duurste fles cognac,
die had hij met zijn trouw verdiend.
 
Veel stadse drukte was er niet,
nou ja, de oorzaak kent u wel.
Ik drukte jolig op zijn bel,
waarna ik mij naar binnen liet.
 
Een feestelijke slingersliert,
een kleurig luxueus boeket,
ik had de taart al klaargezet
en ook mijn luie stoel versierd.
 
Ik blies de veertig kaarsjes uit
(ik had mijzelf een mokkapunt
van ongewoon formaat gegund).
‘Lang zal ik leven,’ zong ik luid.
 
Ik at me aan een gans ongans.
Cognac gaf vleugels aan mijn geest,
dus aan het einde van het feest
de coronaise, wat een dans!