
Freepik - foto danmir12
Voor mijn part word ik arm
Heb ik het nooit meer warm
Voor mijn part moet ik verder leven zonder blindedarm
Maar d’r is één ding wat ik nooit zou willen missen:
En dat is vissen!
Voor mijn part mag ik nooit
Geen zout meer en geen vet
Voor mijn part word ik eeuwig op een streng dieet gezet
Maar d’r is één ding wat ik nooit zou willen missen:
Vissen!
Je zoekt een fijne stek
Je rolt je zware shag
Al wat je hartje verlangt
De vogeltjes hoor je kwelen
De lammetjes zie je spelen
En ‘t kan je in feite geen donder schelen
Of je wat vangt!
Ik geef niet om bezit
En niet om broodbeleg
Ik geef aan de liefdadigheid me laatste joetje weg
Maar er is één ding wat ik nooit zou kunnen missen:
Vissen!
En ik leef ideaal
Wat geeft het allemaal
Ik maak me niet meer druk als ik de laatste trein niet haal
Maar er is één ding wat ik nooit zou willen missen:
Vissen!
Ik hoef niet naar een brand
Of naar een interland
Ik zie ‘t wel op de beeldbuis of ik lees het wel in de krant
Maar d’r is één ding wat ik nooit zou willen missen:
Vissen
Zo’n brasem, die daar zwemt
Voor jou is voorbestemd
Zonder dat hij het nog weet
Hij snuffelt es aan je deeg en
Je dobbertje gaat bewegen
De spanning is bijna ten top gestegen
Want je hebt beet!
Ik hoef geen bungalow
Geen huis met patio
Het hele huwelijksleven krijg je zo van mij cadeau
Maar d’r is één ding wat ik nooit zou willen missen:
VISSEN!
Ter nagedachteniss aan Eli Asser, 22-12-1922 - 26-01-2019, die vandaag dus 101 zou zijn geworden.
Uit: Het zal je kind maar wezen, Nijgh & Van Ditmar 2002