Mijn oma was een zachte, lieve vrouw
en ooit beroemd als operazangeres.
Maar toen ik klein was, gaf ze noch slechts les
en opa schuinsmarcheerde, was niet trouw.
 
Hun kindertal van zes liet hem blauw-blauw
want meestal zat hij bij een minnares,
verwekte er twee zoons in het proces:
Octavio, Masetto (’t luistert nauw).
 
Mijn oma zong nooit, zelfs geen lullaby.
Wel kon ze gek doen en ze imiteerde
met scheve ogen Madame Butterfly.
 
Haar kast vol geuren en geheimen, van die
relieken van toen oma glorieerde:
concertjurken, corsages van organdie.

 

Log in

Gebruikersnaam en wachtwoord:

Zoeken

Forum Recent

Uit het archief

onverwoestbaar mooi



De zelfbenoemde poëzie-elite
Vond hem als dichter maar van laag allooi
Zijn rijmkunst, in haar ogen, was geklooi
Waarop zij van haar toren uit kon schieten.

Ik denk niet dat het hem echt kon verdrieten
Dat men hem in die toren zag als prooi.
Hij deed naar die eliteplek geen gooi
En ging er ook het liefst niet op visite.

Hij kon van strakke vormen juist genieten
En wilde zijn gedachten in de plooi
Van sonnettettes en sonnetten gieten

Ik houd voor hem een welgemeend pleidooi
Want hij behoorde tot mijn favorieten.
Ik vind zijn verzen ‘Onverwoestbaar mooi’.