Zij keek me aan, ik werd zo slap als was
Maar kon niets doen, we waren met zijn vieren
En zwichten voor een dame achter glas
Is ongewenst gedrag voor officieren

Mijn bed was 's nachts een losgelagen schuit
Ik woelde maar en kon haar niet vergeten
Toen las ik in één ruk de Bijbel uit
Waarin mijn zonde meermaals werd bemeten

Wat ik die uren van Gods woord opstak
Zou ieder in de oren moeten knopen:
De mens maakt Jezus' levend water brak
Terwijl hij voor ons stierf, het is bezopen!

Ik wacht blijmoedig op de laatste dag
Al wou ik af en toe dat zij hier lag


Dit gedicht is een bout-rimé naar aanleiding van een gedicht van Bas Boekelo op het forum. Kijk voor meer fraaie voorbeelden op het forum.

Log in

Gebruikersnaam en wachtwoord:

Zoeken

Forum Recent

Uit het archief

Monchielle





En altijd weer die man
Zijn dag begon al vroeg
Hij droeg zijn oude pet
Een man die ik graag zag
En traag was steeds zijn tred

En altijd weer die man
Hij droeg zijn oude pet
Het was voor hem vroeg dag
Zijn tred was immer traag
Een man die ik graag zag

En altijd weer die man
Ik zag hem altijd graag
De pet die hij graag droeg
En traag was steeds zijn tred
Zijn dag begon al vroeg

En altijd weer die man
Het was voor hem vroeg dag
Ik zag hem altijd graag
Hij droeg zijn oude pet
Zijn tred als immer traag


Monchielle. Ik kwam het tegen op Fwoortmeijers ‘Versvormen’. 4x 5 regels, eerste regel is eerste regel van elke strofe, rijm komt enkel voor in derde en vijfde regel. Metrum is drie jamben
Het rijmschema is simpel, daarom heb de moeilijkheidsgraad voor mezelf verhoogd. Vier strofen en dus vier rijmkoppels. Dat is mijn aanwijzing.