Ooit zat ik op een hobbelpaard en was ik indiaan
en werd mijn achterbuurt een bos zodra ik er doorheen sloop
Mijn hoofdtooi was een stuk papier, mijn boog was een banaan
En vriend noch vijand zag me gaan als ik van steen naar steen kroop

Dan maakte ik een brandweerwagen van mijn nieuwe fiets
en bluste met onzichtbaar water niet-bestaande branden
Ik vloog naar Pluto op een kleed, in alles zat wel iets
Het sufste ding wordt waardevol in creatieve handen

Toen kwam er plotseling een dag waarop ik niet meer speelde,
en trapte tegen dat wat eens mijn speelgoed was geweest
Een dag waarop ik me niet meer vermaakte, maar verveelde
Hoe meer mijn lichaam groeide, des te kleiner werd mijn geest

Nu hang ik op de bank en tel de vlekjes op de muren
en vraag me af wat er in al die jaren is gebeurd
Wanneer ik van een kind verwerd tot één van die figuren
die net als ieder ander bang binnen de lijntjes kleurt

Waar is de jongen die als kapitein de grootste zee
met slechts een mattenklopper en zijn bed bevaren kon?
Soms, als ik in de spiegel staar, dan vaar ik met hem mee,
dat joch dat niet bevreesd was
als de nieuwe dag begon..

Log in

Gebruikersnaam en wachtwoord:

Zoeken

Forum Recent

Uit het archief

Misverstand

 
Wilt u mijn borstj eens proeven, mijnheer Criens,
Vraagt Yulya; ik mis de vraag finaal
Haar uitspraak is misleidend Oekraïens
 
Ik ken haar niet als lomp of amicaal
Maar juist als vrouw die zeer aan normen hecht
En niets moet hebben van directe taal
 
Mijn bitsig antwoord valt bijzonder slecht
Ze voelt zich aangevallen op haar eer
En is gekrenkt, haar boosheid klinkt oprecht
 
Nee, knoflook, bijt ze, peper, rode bieten
Bouillon en gember, wortel, prei, mijnheer
Met uien, witte kool en nog veel meer:
Kortom, spreekt zij van soep, denk ik aan... borsten