De paashaas is naar Paaseiland vertrokken;
Het voorjaar is op komst, de mensheid blij.
De meiden dragen al weer korte rokken
En stijlen ’t kapsel om tot zomerlokken
En uit de wieg klinkt baby’tjes-geschrei.
De poëzie is poëzie van mei:
Gaat over nieuwe liefde, samen hokken.
Bezoek de Efteling of een abdij.
(Natuurlijk met een Tongerloo daarbij).
Gesprekken zullen nimmermeer gaan stokken.
De lente sluit de winter grondig af.
De zon schijnt op je bast. Bepaald geen straf!