
Ach God was zeker de beroerdste niet
En schiep na zondagochtend zeven uur
Nog vlug een fantasierijk creatuur
Geen mens die nu nog deze schepping ziet
Want ja, dit dier werd slordig afgerond
En kwam als vleugellam niet van de grond
Kan dan niemand ons bevrijden?
Van Willem Duys en Van der Meyden. (Doe maar)
Dag Willem
Voor de vuist van de vent met die vis
Eens per week en wij telden de dagen
Wat een lol en wat ging het vaak mis
Kon die man zich nou nooit eens gedragen?
Ja, de vis in de vuist van die vent
Hoort het aan en zal zeker niet klagen
In zijn kom weet hij honderd procent
Deze stem klonk frivool én gedragen
Arme vent met de vis in de vuist
Je gaf antwoord op honderden vragen
Zelfs jouw nabeeld dat spettert en ruist
Wordt voorgoed uit de tijdlijn gedragen