Er hangen nog wat uitgezakte slingers,
wat licht verkleurde ballen bij elkaar
en langzaam glipt het grijs geworden jaar
welhaast onopgemerkt door onze vingers.
Een sproetje op de neus van het heelal,
meer zijn we niet. Een bosje elektroden.
En wie proberen om de tijd te doden,
ontdekken dat de tijd hen doden zal.
Een jaar voorbij, ons draadje op z'n dunst,
de dans naar morgen, bidden, zwijgen, praten
en danken voor de gratie en de gunst
van wat ons wacht, het liefhebben, het haten.
De eeuwenoude leerschool van de kunst
om wat je wilt omarmen, los te laten.
Uit Rikkert Zuiderveld: Sonnetten bij de tijd (Ark Media, 2022)