De zoete minnetaal, die haar met hem verbond,
herhaalt hij nimmer meer, ze is verleden tijd.
Gegomd uit 't manuscript, alsof ze nooit bestond,
verankerd in 't geheugen, maar ook dat verslijt.

Vervloekt de ganzenpen, die hij plots niet meer vond,
of was zijn nieuwe bode soms de weg weer kwijt?
“Hebt gij dan niéts gehoord, uit deez' of gene mond?”
vraagt zij met zwakke stem aan Pluis, haar kamermeid.

Die legt vol medelij, het kopje in haar schoot
en baasje gooit 't mobieltje ergens in een hoek.
Ze werpt zich op het bed en schreit daar zilte tranen, 

verbeten wil zij zich een personage wanen
dat treurend overlijdt in een historisch boek.
Of kreeg ze zelf de keus: ze sabelde hem dood!

Log in

Gebruikersnaam en wachtwoord:

Zoeken

Forum Recent

Uit het archief

013 (Tilburgs sonnet)



dit is zo’n oude stad waar trash gedijt
waar kermisgangers zich door loopings vreten
waar tijd in bier en braadworst wordt gemeten
men voetbalt marginaal tot ieders spijt

hier klinkt Guus Meeuwis; VOF de Kunst
slechts hier en daar kun je gitaren horen
die luidkeels vonken door de volle zaal

013 incasseert een grote gunst
de mare klinkt al maanden van tevoren
één keer slechts maakt hier Megadeth kabaal

daarna is Dave Mustaine weer uitgegrunged
en kunnen dus de doppen uit mijn oren
hee Tilburg kappen joh, doe eens normaal

doe eens normaal dit is zo’n oude stad