Even opletten: dit is één gedicht, bestaande uit twee sonnetten die ook onafhankelijk van elkaar gelezen moeten kunnen worden. Er treden dus drie wendingen op: één na het octaaf, één na het eerste sonnet; één voor het sestet.  De indeling van de strofen is 4,4,7,7,3,3. Het tweede deel van het buitensonnet moet verband houden met zowel het eerste deel als het slot van het binnensonnet. Rijm en metrum zijn vrij, alleen de omkering van de laatste drie rijmklanken van de eerste helft van het binnensonnet in de tweede helft daarvan is verplicht, zoals cursief aangegeven in het rijmschema.


Rijmschema

bijvoorbeeld: abab cdcd efefghi ihgjkjk lml mnn


Overige informatie

Help mee en lever informatie aan.

Log in

Gebruikersnaam en wachtwoord:

Zoeken

Forum Recent

Uit het archief

Doorzetter

Al jong wou ik mijn damtalent ontginnen
Maar na een maand of twee, drie gaf ik op
Zelfs mijn demente oma gaf me klop
Al wilde ze me dolgraag laten winnen

Ik leek met turnen meer een houten pop
Mislukte in de F’jes als linksbinnen
Bij judo was ik een der grootste minnen
En op de tennisbaan was ik een flop

Met boksen kreeg ik stoot na stoot te innen
Als loper liep ik nooit een keer op kop
En voor mijn hockeyteam was ik een strop
Iets slims kon ik als schaker niet verzinnen

Al vond ik niet bepaald mijn draai als sporter
De wielerwereld bracht me wel succes:
Op Tourmalet, Ventoux of Alpe d’Huez
Ben ik de mafst geklede toursupporter

 
Uit: Eeuwig rijzen, uitgeverij de Contrabas, 2011