De Constanza is bedacht door Connie Marcum Wong en bestaat uit vijf of meer drieregelige, vierjambige strofen.
De eerste regels van alle strofen zijn als een zelfstandig gedicht, in monorijm te lezen, waarbij de overige regels voor de broodnodige verdieping zorgen.
Zeer geschikt voor een serieuze aanpak en om iets moois tot stand te brengen.

 

 

Rijmschema

abb/acc/add/aee/aff enz.


Ik klop de maden van mijn borst
Na jarenlang van stinkend rotten
Zit er weer leven in mijn botten
 
Dat dank ik aan de Vredevorst
Waar die nu weer aan is begonnen?
Hij heeft iets heel bizars verzonnen:
 
Hij heeft voor mij het kruis getorst
Dus lig ik hier tussen de graven
Straks moet ik voor een stunt opdraven
 
Maar dat is mij zo langzaam worst
Ik lig onder mijn steen te rillen
Voel mij tot op het bot verkillen
 
Ik sterf hier langzaam van de dorst
Waarom moet ik twee lange nachten
Hier kleumend op Zijn opstaan wachten?

 

Matth. 27:50-54: 'Nog eens schreeuwde Jezus het uit, toen gaf hij de geest. Op dat moment scheurde in de tempel het voorhangsel van boven tot onder in tweeën, en de aarde beefde en de rotsen spleten. De graven werden geopend en de lichamen van veel gestorven heiligen werden tot leven gewekt; na Jezus' opstanding kwamen ze uit de graven, gingen de heilige stad binnen en maakten zich bekend aan een groot aantal mensen.'

(Jaap van den Born, uit: Een reis rond de wereld in 80 versvormen)

Log in

Gebruikersnaam en wachtwoord:

Zoeken

Forum Recent

Uit het archief

Luchtfiets



Soms druppelt heel de ochtend dauw
Dan schiet ik flitsend boog
Dan trap ik leer en bek ik blauw
En knip ik allen oog

Dan scheer ik gek de hoofdstraat op
Dan bal ik met mijn spier
Dan lap ik al mijn vezels stop
En tier ik als een lier

Dan sla ik door wat steegjes lom
En knal ik heerlijk pot
Dan vlieg ik over pleinen brom
Al regent het soms mot

Want als ik op mijn luchtfiets fiets
Vlek ik niet langer schand
Ik nut dan meestal lekker niets
En klap zo uit mijn band