Mijn eerste vrouw was dol op oude helden,
ze was historisch onverzadigbaar.
Ik viel, zoals ze kwistig rond vertelde,
in ’t niet bij Willem de Veroveraar.
De tweede kende iedere verbinding,
het lab bracht haar tot pure euforie.
Thuis had ik een wat andere bevinding
en hoopte ik vergeefs op meer chemie.
De vrije markt was leidend voor de derde,
zo was ze economisch onderricht.
Te vaak bracht ik de liefdesdaad te berde,
hier misten vraag en aanbod evenwicht.
De vierde bleef maar over sterren praten,
op verre stelsels richtte zij haar blik.
Ze concentreerde zich op zwarte gaten,
behalve dat in huis, met daarin ik.
De vijfde echtgenote die ik trouwde
was een expert in seksuologie.
Ze was ervoor geslaagd, summa cum laude,
maar dat betrof alleen de theorie.
Diversiteit? Het is in ons belang:
vooruitgang wordt bevorderd door verschillen,
al is het in de liefde wel eens wrang:
een passie wordt niet altijd een idylle.