U kent mijn voorbeeldwaardige gedrag Als tiener echter had ik rare kuren Zo stond ik in de tuin op nieuwjaarsdag Nog stiekem stapels vuurwerk af te vuren
Een helse knal, de schutting stond te fikken Mijn pa was woest, ik moest het flink bezuren Hij wilde mij wel op de vingers tikken Maar ja, die lagen ergens bij de buren
Uiteraard wenst Het vrije vers al haar lezers een in alle opzichten prachtig 2025 toe maar op deze dag staan we ook nog even stil bij de op nieuwjaarsdag 2014 overleden schrijver, dichter Herman Pieter de Boer (09-02-1928 – 01-01-2014)
De mensen zeiden: "Ach, valt vast wel mee We knallen wat, we hebben immers feest Een dagje en dan is het weer geweest Dan heeft de hond ook weer zijn pais en vree"
Maar Fikkie hoorde dat en dacht: no way! En is al blaffend door de wijk gesjeesd: "We nemen wraak, weest allen niet bevreesd Verenigt u bij Nimrod, de bouvier"
De honden luisterden naar Fikkies list Op elke vuurpot kwam een hondendrol En alle cobra's werden natgepist
Zo hadden zij dit jaar de grootste lol En wie er knalde of nog iets liet gillen Kreeg, hupsakee, een hapje uit zijn billen
een houtwormstel uit Valthermond liep samen in een bouwmarkt rond de keuze was al snel gemaakt omdat Noors grenen lekker smaakt dat klussen werd een grote flop het hout was onderweg al op
Hij zag een grens met prikkeldraad En floot een lied als stil protest De zwerm zong mee, een klein orkest De wind verwaaide het refrein Het vloog van Oost naar West-Berlijn
Een bij die acteur was uit Deelen Zei: Hollywood gaat mij vervelen Mijn werk heeft geen zin Ik blijf maar stand-in En mag hier slechts bij-rollen spelen
De wereld wordt geteisterd door solisten die zwakken en behoeftigen verdrieten. We moesten ons al hoeden voor Trumpisten, wat staat ons nog te wachten van Muskieten?
De Parmaham is schreeuwend duur Dat komt door varkenspest Die crisis in de conjunctuur Wordt steeds meer manifest Salami, coppa of guanciale, Is wat ik meestal nam Maar al wat ik nog kan betalen Is Lidl-schouderham
Zelfredzaamheid wordt nu gepropageerd. Weet u in noodgevallen wat te doen? Hebt u nog brandhout en een noodrantsoen voor als u wekenlang in huis kampeert?
Ook mij is deze noodzaak niet ontgaan: ik kocht een wintervoorraad boeken aan.
Zijn kleinzoontje geeft weer een pass met gevoel Een doelpunt. De ouders, gejuich en gejoel Bij hem heeft een schokje zijn been licht bewogen
Zo heeft hij daar alle supporters bedrogen Want dat hij die knikker liefst zelf had geraakt En daarmee de winnende goal had gemaakt Dat zag je alleen aan het kind in zijn ogen
Jong grut en alle vier ADHD’er, als ik wil dichten, krijst er wel een uk. Ik word steeds minder schrijver, meer corveeër, nooit tien minuten werken aan één stuk.
Hoe moet ik omgaan met mijn deadlinejuk? Ik heb geen heidehut, geen onderzeeër, ik ben verdorie vader, geen ME’er, op welke leeftijd worden ze gedweeër?
Gedoe in plaats van dichterlijk geluk: de eerste, tweede, derde, vierde druk.
Haar knappe snoet, de tanden hagelwit. Haar kersenrode lippen en haar haren. Haar ogen waar ik in moet blijven staren. En dan die borsten, ongekend van snit.
Haar gulle lach, haar sierlijke gebaren. Hoe zij beweegt, wat zit zij vol met pit! Wat nu? O lieve, goede God ik bid dat U mij tot haar minnaar wilt verklaren.
Nu opent zij haar mond, ik hoor haar stem. Is zij nou schor of zit een stemband klem? Zij lijkt zo net een oude koffiemolen, een knarsend wiel, een schuivend vrachtje kolen. Die aanslag op mijn oren brengt verdriet. Och Heer, verhoor mijn bede toch maar niet.
Er klonk een harde dreun geluid als van een bom Het puin lag overal er kwamen mensen om Te helpen met de troep ze hebben kort geleden De rotzooi opgeruimd we waren zeer tevreden