Mijn vrees is dat het mij niet lukken gaat, het valt niet mee de klok terug te zetten, zorgvuldig, naar een datum vóór het kwaad, mijn vrees is dat het mij niet lukken gaat. De buren zijn nu dag en nacht paraat en zitten op hun spulletjes te letten. Mijn vrees is dat het mij niet lukken gaat, het valt niet mee de klok terug te zetten.
Ik sla de bal en rochel als een otter Mijn vrouw loopt ook te blaffen op de baan Nog 18 holes met hoge koorts te gaan Het putten gaat gepaard met flink gesnotter
Zo staan wij op de green met zere kelen Ons jaarlijks potje griepgolf uit te spelen
Als bloedzuring zuiverend werkt op het bloed, als longkruid je weerstand een stuk kan verhogen, als ogentroost rust biedt aan brandende ogen, als hartgespan helpt bij een somber gemoed,
als maagdenpalm tegen bevruchting behoedt, als passiebloem hartstocht spontaan doet ontvlammen, als heelkruid ontstekingen in weet te dammen, dan ben ik benieuwd wat een lidcactus doet.
Ik zou toch zo graag dansen maar mijn benen willen niet. Het schort mij aan een maatgevoel, mijn kop is erg balsturig, ook soepelheid ontbreekt mij, ik ben net een monoliet.
Zo sierlijk met mijn lief te zwieren, och dat wou ik vurig en daarom heb ik steeds opnieuw met dansles meegedaan. Hoewel zij mij zeer liefhad werd zij toch wat ongedurig,
want door mijn leiding of nou ja wat daar voor door moet gaan ontbeert zij elk genoegen van een vrij en sierlijk zwieren. Zij zei: ‘Je bent een lieverd maar blijf nu maar even staan.’
Nu danst zij met een ander die haar ook nog wil versieren. Ik moet er dus voor zorgen dat ik straks niet word gedist. Het leven is geen vreugdedans met zulke stroeve spieren.
In een dans ben ik evenwel een echte specialist: ik ben een ware meester in de echtelijke twist.
een zatte zalm uit Zoetermeer nam dartel deel aan druk verkeer hij sjeesde met een brede lach tot hij het blauwe zwaailicht zag hij nam een sluipweg met een duik maar kwam helaas toch in een fuik
ik droom zo graag van sterven in de kou van sneeuw die valt en glanzend ijs in 't Noorden van wind die jaagt en verder enkel stilte een zon die ondergaat , een laatste straaltje
mijn hand omvat een glaasje zoete drank Chartreuse, liefst de gele, groen mag ook al jaren heb ik niet gerookt, dan wel een klein sigaartje laten geuren mag
bevriezen schijnt geheel geen pijn te doen je voelt alleen een kille hand, maar even dan wordt het warm, je ziel en lichaam gloeien
mijn achtertuin deed tijd en plaats vergeten het wordt al laat en fris, ik huiver licht en ga mij warmen bij de open haard