is het een woord dat reeds bestaat? ik zoek het op ik typ het in hoe snel dat gaat in minder dan een kwart seconde wordt het vijfhonderd keer gevonden en ik die dacht...
sssst niets gelezen, niets gehoord laat ik opnieuw beginnen
In 1985 maakte Drs. P een plaatje' Keep on going' voor een vervoersbedrijf dat als relatiegeschenk aan buitenlandse kennissen werd uitgedeeld. In dit onvindbare singletje van abominabele kwaliteit hoor je de doctorandus in het Engels zingen, met een abominabel accent.
Mijn vrouw mag graag een aardig rondje schaatsen
Ik ben meer het beschouwelijke soort
Terwijl zij koude kilometers scoort
Ben ik met thee en camera ter plaatse
Straks komt De Tocht maar ik doe niet meer mee
Elf steden lang die heil-oranjezee
Getooid met rookworstmutsen… man ik haat ze!
Mijn vader verloor 's winters zijn verstand.
Als 't ijs op het kanaal was te vertrouwen
Bond hij meteen mijn schoenen met wat touwen
Aan ijzers met een houten bovenkant.
Je moet verdomme glijden en niet sjouwen
Riep hij me toe, maar ik bewoog onthand
En wankelde wat rond door niemandsland,
Een trage beer met ingepakte klauwen.
Als vroeg mislukte koudefront soldaat
Besloot ik toen voorgoed te deserteren,
Zo'n ijsvloer is een bodem van verraad.
Hoewel ook warme grond me tegen staat
Sinds ik ontdekte dat men trage beren
Leert dansen op een gloeiend hete plaat.
Soms valt het mee, nietwaar?
Neem nou Franz Reichelt eens:
Eindigde weliswaar
Horizontaal
Maar onderweg deed zijn
Parachutistenpak
Heel snel zijn werk
En ook mooi verticaal
Vandaag is de honderdste sterfdag van Franz Reichelt die op 4 februari 1912 van de Eiffeltoren sprong om zijn uitvinding van de parachutejas proefondervindelijk te onderwerpen aan de falsificatie-eis van Popper
Op youtube vind je een filmopname van deze belangwekkende onderneming, waarmee hij in zijn laatste ogenblikken onsterfelijk werd.
Ooit was ik een eenvoudige straathoek
Eén van de vier
Eén van de duizenden
Ontmoetingsplaats van ijle lucht en vluchtige groeten
Met voeten getreden door gehaaste voorbijgangers
Een stoeprand en wat tegels met los zand aan elkaar liggend
Dekmantel voor water, gas en licht
Scheidsvlak tussen boven- en onderwereld
Maar nu ben ik PD
De bron van kruit en DNA
Met strenge krijtstrepen die verhalen van moord en doodslag
Een strakgespannen lint bakent mijn grens af
Mijn afgunstige broers torsen mijn bewonderaars
Wie mij vroeger schielijk betrad, stopt nu op eerbiedige afstand
Wereldwijd verschijnt mijn beeld op tv
Ieder anker is op mij gezakt
Lenzen speuren naar mijn geheimen
Microfoons smeken om mijn waarheid
Maar ik zwijg
Laat niets los
In het belang van het onderzoek
De zoete minnetaal, die haar met hem verbond, herhaalt hij nimmer meer, ze is verleden tijd. Gegomd uit 't manuscript, alsof ze nooit bestond, verankerd in 't geheugen, maar ook dat verslijt.
Vervloekt de ganzenpen, die hij plots niet meer vond, of was zijn nieuwe bode soms de weg weer kwijt? “Hebt gij dan niéts gehoord, uit deez' of gene mond?” vraagt zij met zwakke stem aan Pluis, haar kamermeid.
Die legt vol medelij, het kopje in haar schoot en baasje gooit 't mobieltje ergens in een hoek. Ze werpt zich op het bed en schreit daar zilte tranen,
verbeten wil zij zich een personage wanen dat treurend overlijdt in een historisch boek. Of kreeg ze zelf de keus: ze sabelde hem dood!