Polzer de feesteling!
Reeds tweeënnegentig
Blijft hij maar jeugdig
Van geest en gemoed
Daarom wat olijke
Lagereschoolhumor:
Nou, Heinz, de fiets gejat
Pluim op je hoed!
Niet dat poëtische
Liever geen versjes meer
Ik word bij voorkeur
Prozaïsch gelaafd
Maar na een boekje vol
Ollekebollekes
Ben ik volkomen
Poëtisch verslaafd
SONNET AAN JANUS SAND (voltooid)
voor Drs. P
Nauw groet de morgenzon de garentwijnderijen
En zijfabrieken van het tierig Elberfeld,
Of, geel van minnepijn aan 't eenzaam dons ontsneld,
Zit aan der Wupper boord Louise om Sand te schreien.
En nauwlijks werpt de maan haar bleke straal op Leien,
Of Janus Sand laat, door het foltrendst wee gekneld,
Een brede tranenstroom met tomeloos geweld
Om zijn Louise langs de holle kaken glijen.
Weerhoudt die tranen niet, o wreedgescheiden paar!
Zij zijn de zoetste troost, die u op aarde bleef,
Sinds de arm der politie u van elkander dreef!
Welligt zal ooit een zilvren rijmvorst met sigaar
Kordaat een einde stellen aan uw beider lijden
En die vermaledijde stipjes hier ontwijden!
‘Heinz bi ggange gsi?’*
Schwyzerdütschtaligen
Krijgen de woorden
Niet goed uit hun bek
Dus er bestaan ook geen
Hoogalemannische
Ollekebollekes
Door dit gebrek
* 'Heinz is weggegaan?'
Vandaag wordt Drs. P 92 jaar.
Ook in zijn geboorteplaats Thun, in Zwitserland, waren de festiviteiten al volop losgebarsten toen iemand het nieuwtje kwam brengen dat hij op driejarige leeftijd naar Nederland was geëmigreerd
Eén heette Balthasar
Eén heette Melchior
Eén heette Caspar
En één heette Piet
(Deze had echter een
Zingendezaagconcert
Met zijn regering
En was er dus niet)
Uit: Kijkvoer & leesgenot
Hoe zou het komen, hè?
Keizer Caligula
Toonde zich dikwijls
Een wrede barbaar
Ach, met een voornaam als
Legionairslaarsje
Is dat ook wel te begrijpen,
Nietwaar?
Uit: Kijkvoer & leesgenot
Ziet u die mannen hier?
Kijk er aandachtig naar
't Is een terreurgroep
Op moorden belust
Echter, ze komen nu
(Allervermoedelijkst
Tijdens het speelkwartier)
Even tot rust
Uit: Kijkvoer & leesgenot
Tegennatuurlijkheid!
Ontucht! Onoorbaarheid!
Komt er een prachtboek uit
Krijgen we dat.
Graag wijs ik u op mijn
Alleropwindendste
Uitgave (Ambo):
‘Met †Klaas In Het Bad.’
Eén kleine mislezing:
"Lijkvoer & Keesgenot"
Brilloos sloeg ik dus de
Plank weer eens mis
Ik kocht die bundel, als
Necrofilie-adept
Blijkt dat het
Leerling en meesterwerk is
"Zeg maar Eugène, mijn zoon"
(Hij is een zielenpoot:
Homo en pastor
En vriend van de jeugd
Hij is een treurige
Eucharistiekemerd
Die zich in misbruik
En ontucht verheugt)
Het is weer eens zover, geheel niet tot onze verbazing heeft een van onder medewerkers weer eens een belangrijke poeziewedstrijd gewonnen. Arjan Keene was zelfs zo bescheiden ons niet te melden dat hij de Zwarte maandag poeziewedstrijd van De contrabas heeft gewonnen en uw gehele redactie was op een lekker welverdiend relax-welnessweekendje (waar onze oudste redacteur nog met zijn navelpiering in het doucheputje vast kwam te zitten, waarover later meer, waarschijnlijk in een e-boek) Vandaar dat wij dit nieuws pas enkele dagen na de bekendmaking bekendmaken. We vinden zijn gedicht schitterend, prachtig, mooi en fenominabel. Wel lijkt het ons aardig dat hij een aantal van de gewonnen boekenbonnen investeert in Jaap Bakkers Rijmwoordenboek.
Hier het facsimile van het handschrift van Piet Paaltjens (F. Haverschmidt) met een minder bekend gedicht uit 1849, een onafgemaakt sonnet: Aan Janus Sand.
Het lijkt de redactie een aardige uitdaging ( we vragen ons wel eens af: hoe kómen we er toch op!) dit sonnet af te maken na al die jaren.
Hier de tekst:
Naauw groet de morgenzon de garentwijnderijen
En zijfabrieken van het tierig Elberfeld,
Of, geel van minnepijn aan ‘t eenzaam dons ontsneld
Zit aan der Wupper boord Louise om Sand to schreijen.
En naauwlijks werpt de maan haar bleeke straal o Leijen,
Of Janus Sand laat, door het foltrendst wee gekneld
Een breeden tranenstroom met toomeloos geweld
Om zijn Louise langs de holle kaken glijen.
Weerhoudt die tranen niet, o wreedgescheiden paar
Zij zijn de zoetste troost, die u op aarde bleef,
Sinds de arm der politie u van elkander dreef!
Welligt ...............................................................….....
.....................................................................................
......................................................................................
Let er wel op dat in de laatste afgemaakte regel niet 'politic' maar 'politie' staat; laat je niet van de wijs brengen door websites waar dat anders staat.
Ach, waren alle mensen wijs,
Met een kunstminnend hart,
Dan won K. Bruning elke prijs
En had de dood getart.
Het mensdom was er niet aan toe.
Zij won die prijzen niet
En K., het zinloos wachten moe,
Verkwijnde van verdriet.
Wij staan beteuterd rond haar zerk.
Wij leerden onze les.
Nu prijzen wij in koor het werk
Van deze dichteres.
“Is dit genoeg: een stuk of wat gedichten
Voor de bevestiging van een bestaan?”
Dat dichters dit soort vragen aan ons richten
Gebeurt wel meer. De lezer went eraan.
De dichter vreest, dat men hem zal betichten
Van zelfgenoegzaamheid en eigenwaan
En hoopt, in stilte met zijn roem begaan
De lezer voor zijn deemoed te doen zwichten.
Maar deze zegt: ”Jouw oeuvre boeit niet zo -
Het is een treurig en gebrekkig klad.
Leg neer die pen! Ik heb het al gehad.
Wou jij naast Dante, Poe, Rimbaud?
Genoeg! Verdwijn maar, met je stuk of wat
Jou siert uitsluitend het incognito.”
Leve het kalibad
Vérgaande oplossing
Lichaam gesmolten in
Bijna één dag
Kom maar eens zien in het
Resomatorium
Wat al zo’n badkuip vol
Afbijt vermag
(Met dank aan Arjan Keene)
"Vues"; mooi verdwenen woord.
Wie dikwijls vues had was de oude Lehman:
Jan wil zijn leven met een man gaan delen,
maar stiekem. Nou, daar heb ik voor gepast.
Ik weiger langer poppenkast te spelen.
Wanneer we samen roepen, lukt het vast:
Jan Klaassen, alsjeblieft, kom uit de kast!
als ik doodga, beste mensen
is er een ding nog te wensen
eer mij in een kist te jensen
wil ik liever nog in bad
want dat is te langen leste
voor het ziek milieu het beste
zoals blijkt uit vele testen
die ik in mijn handen had
ja, ik laat me resomeren
in een uurtje zonder kleren
mooi tot op het bot verteren
in een bak vol hete loog
eerst zal men de kali stoken
tot de soep begint te roken
dan: het vlees valt van m'n knoken
hier een vinger, daar een oog
nu zal al het vlees verrotten
restloos zonder overschotten
over blijven slechts wat botten
kijk daar zwemt een halve hand
ja tenslotte wordt vermalen
bot, prothesematerialen
nog wat zwaardere metalen
en een brokje gouden tand
resomeren is je ware
ik begin alvast te sparen
trek me niets aan van de mare
dat mijn ziel niet goed verhuist
op de oordeelsdag zal blijken
dat ik net als allerlijken
naar de witte troon zal kijken...
ben ik er mooi ingeluisd