De koning van het vruchteneldorado veroverde de markt als een tornado, verdreef zowat de appel en de peer: u raadt het al, het is de avocado
Een bom vol vitaminerijke sappen (waarvoor men hele bossen om moet kappen) te gast in ieder culinair theater (per kilo goed voor duizend liter water) valt haast bij elke smoothie in de prijzen (na eerst de halve wereld af te reizen) al jaren nog steeds trending en dus hip (tot vrucht geworden kiloknallerkip)
De rechter heeft de avondklok verboden Dus Mark heeft tot zijn schande moeten merken Dat houtje-touwtjewetten hier niet werken Juridisch maatwerk blijft altijd geboden
Wij mogen er weer uit, maar het doet pijn Dat honden hiervan wel de dupe zijn
Met dertien ging ik naar de zagerij Drie boterhammen en een veldfles thee Gaf moeder me om vijf uur ’s morgens mee Om zes uur ’s avonds was ik pas weer vrij
Lawaai en stof, de tijd ging niet voorbij Het hout was zwaar, ik sloofde voor wel twee Maar werd gekat, mijn werk was nooit oké De baas, een zuiplap, had de pest aan mij
Die kwade middag kwam hij naast me staan Gaf me een zet, het zaagblad greep mijn trui: Veel bloed, mijn onderarm totaal ontveld
Zijn eigen schuld, werd moeder thuis verteld Want hij is roekeloos, hardleers en lui, Pas na de oorlog vond ik weer een baan
De schrale resten verf op het vermolmde raamkozijn bedekken nors het moeie hout, er zit niks anders op. De klingelbel klinkt blij verrast omdat een vingertop de deurklink talmend heeft beroerd: dit moet een dichter zijn!
Een handgeschreven scheefgezakte plaat van bordkarton vermeldt in gulle krullen inkt de aard van het bedrijf. De letters “wij zijn open als u dicht” staan schuin, maar stijf van vroegere voornaamheid, nog van vóór Napoleon.
De startende poëet vindt hier een ware woordenschat waarbij een letterwaaier, schoon beduimeld, uitkomst biedt wanneer wel een idee maar geen gedicht het hart ontschiet en zelfgebouwde metaforen platter zijn dan plat.
Een aanbieding van krachtige clichés springt in het oog. De populairste beeldspraak koop je in een envelop met “blauwgetraand” en “vlindervrij” als absolute top. De dure dubbelzinnigheid ligt achter glas. En hoog.
Een onopvallend kistje staat al jarenlang op slot daarin rust in het rozenhout de Waarheid en zij lijdt tot op een dag een dichter haar met poëzie bevrijdt want met een sleutel gaat het niet. Die is allang kapot.
De wind giert in het laatje voor het landschap en het weer. Een handbeschilderd schoteltje staat quasi nonchalant met zoete fluisterwoordjes als presentje voor de klant die tevergeefs naar rijm zoekt. Rijmen doet toch niemand meer.
De laatste dag vandaag, het is voorbij Straks pak ik de champagne en vier feest Dry January is weer zwaar geweest ’t Is jaar na jaar een uitdaging voor mij