Mijn dokter spreekt van hernia scrotalis En van een ingreep zonder pijn Die naar zijn zeggen heel normaal is: Het zou zijn eigen zakbreuk maar eens zijn
Geschreven naar aanleiding van het thema Poëzieweek (30/01-05/02/2025 ): Lijfelijkheid
De machtige rivier is al verworden tot gedruppel Het weer zit in het hout van deze eens zo fiere knuppel Een stille doder sluipt te vaak mijn achtersteven uit Mijn botten maken bij 't bewegen veel te veel geluid
Toch hoort het niet om telkens maar de haren te gaan splitten Al zie ik het niet helder meer, ik zie het nog wel zitten
Geschreven naar aanleiding van het thema Poëzieweek (30/01-05/02/2025 ): Lijfelijkheid
Ik voel twee zachte borsten in mijn rug En in mijn linkeroor haar zwoele stem Bij mij gaan de gevoelens van de rem Terwijl zij fluistert: "Wil je even vlug
De kelder in, een heerlijk flesje pakken en dan meteen mijn lekke voorband plakken?"
Geschreven naar aanleiding van het thema Poëzieweek (30/01—05/02/2025 ): Lijfelijkheid
Ze is oogverblindend, zacht streel ik haar rug Haar zij, dan haar buik en dan schuchter naar boven Dat zij mij dit toestaat is haast niet te geloven Ze glimlacht, we zoenen, daarna gaat het vlug
Maar lijfelijkheid blijft toch meer iets privés U zit niet te wachten op platte clichés
Geschreven naar aanleiding van het thema Poëzieweek (30/01—05/02/2025 ): Lijfelijkheid
Mijn vrees is dat het mij niet lukken gaat, het valt niet mee de klok terug te zetten, zorgvuldig, naar een datum vóór het kwaad, mijn vrees is dat het mij niet lukken gaat. De buren zijn nu dag en nacht paraat en zitten op hun spulletjes te letten. Mijn vrees is dat het mij niet lukken gaat, het valt niet mee de klok terug te zetten.
Ik sla de bal en rochel als een otter Mijn vrouw loopt ook te blaffen op de baan Nog 18 holes met hoge koorts te gaan Het putten gaat gepaard met flink gesnotter
Zo staan wij op de green met zere kelen Ons jaarlijks potje griepgolf uit te spelen
Als bloedzuring zuiverend werkt op het bloed, als longkruid je weerstand een stuk kan verhogen, als ogentroost rust biedt aan brandende ogen, als hartgespan helpt bij een somber gemoed,
als maagdenpalm tegen bevruchting behoedt, als passiebloem hartstocht spontaan doet ontvlammen, als heelkruid ontstekingen in weet te dammen, dan ben ik benieuwd wat een lidcactus doet.
Ik zou toch zo graag dansen maar mijn benen willen niet. Het schort mij aan een maatgevoel, mijn kop is erg balsturig, ook soepelheid ontbreekt mij, ik ben net een monoliet.
Zo sierlijk met mijn lief te zwieren, och dat wou ik vurig en daarom heb ik steeds opnieuw met dansles meegedaan. Hoewel zij mij zeer liefhad werd zij toch wat ongedurig,
want door mijn leiding of nou ja wat daar voor door moet gaan ontbeert zij elk genoegen van een vrij en sierlijk zwieren. Zij zei: ‘Je bent een lieverd maar blijf nu maar even staan.’
Nu danst zij met een ander die haar ook nog wil versieren. Ik moet er dus voor zorgen dat ik straks niet word gedist. Het leven is geen vreugdedans met zulke stroeve spieren.
In een dans ben ik evenwel een echte specialist: ik ben een ware meester in de echtelijke twist.