'geregeld wanneer ik naar Grouw fiets besef ik dat ik me weer blauw fiets‘ zo sprak vrij beslist een origamist 'het is haast geen doen op die vouwfiets'
Een slimme kat uit Overslag Zat op een hete zomerdag Al kwijlend naast zijn voederbak Omhoog te kijken naar het dak En likkebaardend sprak hij daar: Ze vallen lekker vroeg dit jaar
Mijn lieve god, wat is het warm vandaag En morgen, zegt men, wordt het nog veel heter Ik houd de jaloezieën maar omlaag Mijn partner zegt: dat helpt toch voor geen meter
En morgen, zegt men, wordt het nog veel heter Ik schenk mij water in, met heel veel ijs Mijn partner zegt: dat helpt toch voor geen meter Zij zweert bij kruidenthee van steranijs
Ik schenk mij water in, met heel veel ijs Mijn huisgenoot zeurt dat ik goed moet zweten Zij zweert bij kruidenthee van steranijs En dat ik ook voldoende zout moet eten
Mijn huisgenoot zeurt dat ik goed moet zweten Nu slaan bij mij echt alle stoppen door En dat ik ook voldoende zout moet eten Kreunt zij nog, en het bloed loopt langs haar oor
Nu slaan bij mij echt alle stoppen door Ik houd de jaloezieën maar omlaag Kreunt zij nog? En het bloed loopt langs haar oor! Mijn lieve god, wat is het warm vandaag
Rampspoed in Portugal! Ik en mijn vochtbalans Nederland kampt haast Met watertekort
Dus voor een duurzame Hittebestendigheid Én voor de wijnboeren Drink ik slechts port
Vandaag gaan de Portugese wijnboeren de straat op. Met een grote demonstratie willen zij de rest van het land duidelijk maken dat hun sector in crisis is.
In Nederland hebben we ook vandaag nog te maken met aanhoudende hitte.
Ze zag in mij een wingewest; het waren harde lesjes. Ik zoek nu blik en flesjes; hun statiegeld is wat mij rest. Ze heeft mijn geld genomen en is niet teruggekomen. Haar mooie blik heeft mij geflest.
hij wist maar amper zijn pensioen te halen zijn werk bestond uit spanning en gevaar na vele jaren arbeid was hij klaar de wetenschapper in de kerncentrale
die ramp van laatst was zeker even balen toch zitten ze hier samen flink te stralen
De redactie feliciteert René Turk met het winnen van Afbakvers 73 "Raad de clou".
Bij het kwatrijn van JW Goedhart produceerde René een distichon dat het meest in de buurt kwam bij dat van JW zelf.
Zo trots op u meneer de president Dat u die hele tijd aan tafel hebt gezeten En ook nog eens uw bord hebt leeg gegeten U wordt alweer een hele flinke vent
En niet naar een serveerster hebt gegraaid En dan die grote bolus, zelf gedraaid?
Ik zit voor het raam met een schrift op mijn schoot en wacht op het strafs dat zich vast zal voltrekken: een dief op de vlucht of een meisje in nood, maar niks, nada, noppes, geen bal te ontdekken.
Wat jammer dat nét nu vandaag niets gebeurt. Ik had er zo’n zin in, wat zat ik te smachten naar iets dat mij meesleurt, mijn dag weer wat kleurt, maar niets van dat alles, een vruchteloos wachten.
Ach was er een fik of een roof of een moord, desnoods iets van heibel, wat vechtende honden, maar niets van dat alles, hoe saai is dit oord. Nou ja, op de hoek werd een zakmes gevonden.
Het lag in het gras en was oud en vergaan. Er zat ook geen bloed aan, alleen maar wat haren. Dus ach u begrijpt wel: er was niet veel aan. Ik moet u dit nieuwsfeit wellicht maar besparen.
Al lijkt het dan luttel, toch is het wel iets. Een dichter wil liefst iets opmerkelijks delen, maar soms is er weinig, soms is er haast niets. Toch hoop ik U lezer niet bar te vervelen.
Ik meld me zodra ik iets aardigs aanschouw. Dat gaat mij best lukken, uw wijk is vergeven van misdaad en ontucht, van opgefokt grauw. Er valt hier gemeenlijk veel fraais te beleven.
Een schoenbekooievaar te Neck Heeft inherent een grote bek 'De naam die aan mij is gegeven', 'Daar kan ik', snauwt hij, 'nog mee leven Maar wat ik moeilijk kan verklaren: Het overmatig snavelstaren'
Een hoofdluis op Louis van Gaal gedraagt zich vaak als generaal. Dit valt, zoals u reeds vermoedt, bij iedereen niet altijd goed. Zijn wijfje sprak vol ergernis: ‘Hij denkt dat hij de hoofdluis is.’
Ik ging vandaag weer lekker op mijn bek Gelukkig vond ik daarvoor een verklaring Inmiddels weet ik ook wel uit ervaring Een vallend kwartje blijft nooit op zijn plek Waar is die open deur om In te trappen? Ik ben te jong om er al uit te stappen Het leven heeft voldoende in de schappen Je kunt altijd wel happen of ontsnappen
De positivo 2
Ik ging vandaag weer lekker op mijn bek Gelukkig vond ik daarvoor een verklaring Inmiddels weet ik ook wel uit ervaring Een vallend kwartje blijft nooit op zijn plek Op niets doen zul je mij niet snel betrappen Ik zal me snel nog eens een biertje tappen Het leven heeft voldoende in de schappen Je kunt altijd wel happen of ontsnappen
De passitivo 1
Vandaag ging ik verrassend op mijn bek Wat overkomt me? Is er een verklaring? Wat is de diepe zin van die ervaring? Beteuterd staar ik naar mijn blauwe plek Waar is die open deur om In te trappen? Ik ben te jong om er al uit te stappen Het leven heeft voldoende in de schappen Je kunt altijd wel happen of ontsnappen
De passitivo 2
Vandaag ging ik verrassend op mijn bek Wat overkomt me? Is er een verklaring? Wat is de diepe zin van die ervaring? Beteuterd staar ik naar mijn blauwe plek Het heeft geen zin, ik zal de rem intrappen De zomerloomte kan zo fijn verslappen Het leven heeft voldoende in de schappen Je kunt altijd wel happen of ontsnappen
De pessitivo 1
Het leven slaat voortdurend op je bek Ik heb daarvoor een sluitende verklaring Het leven is een treurige ervaring En zet je telkens lelijk op je plek Op niets doen zul je mij niet snel betrappen Ik zal me snel nog eens een biertje tappen Het leven heeft voldoende in de schappen Je kunt altijd wel happen of ontsnappen
De pessitivo 2
Het leven slaat voortdurend op je bek Ik heb daarvoor een sluitende verklaring Het leven is een treurige ervaring En zet je telkens lelijk op je plek Het heeft geen zin, ik zal de rem intrappen De zomerloomte kan zo fijn verslappen Het leven heeft voldoende in de schappen Je kunt altijd wel happen of ontsnappen
Een boekenwurm uit Molenbelt Was gek op Stip en Zuiderveld: "Zo'n dierenversje elke dag Is wat ik graag verslinden mag" Zijn vr●uw riep n●g: "j●h pas t●ch ●p Z● vreet je d●●r je eigen F●p!"
Waar zal ik zondag de stilte gaan zoeken,
Diep in de bossen of ginds in een wei?
Zal ik haar vinden al lezend in boeken?
In een gedicht? Een abstract schilderij?
Zal op zo'n zondag de stilte zich tonen?
Hoor ik haar wel als zij zich presenteert?
Laat ik haar toe in mijn oren te wonen?
Wordt het moment wel door mij gewaardeerd?
Mogelijk zal mij de stilte doen schrikken,
Slaat dat het stil is mij flink uit het lood?
Loop ik de kans dat mijn hart stopt met tikken
En wordt de dag van de stilte mijn dood?
Dus blijf ik binnen en hoor hoe mijn hart slaat
Hopend dat zondag voor mij niet van start gaat.