Met dank aan Han Marinus, die de optredens van Maarten en Niels vastlegde, en aan het personeellid van eetcafé NielZ, dat een foto maakte van (vlnr) René Turk, Niels Blomberg, Maarten van Petersen en Bart Adjudant
Opgekropte woede
Wat haat ik jou, Rick van de KwikFit garage Al ben jij mijn baas en al loop ik hier stage Je zit maar te zieken, je blijft mij maar dissen
Er woedt in mij woede, die krop ik maar op Liefst gooi ik een een tang of een krik naar je kop Maar zo'n tang is te licht en die krik zou je missen
Als het mocht wierp ik liever een loodzware boor Of een motorblok recht op je neus of je oor Om die duivelse grijns van je smoelwerk te wissen
Maar niet uiteraard voordat jij nog bij leven Mijn stageverslag eerst een 10 hebt gegeven
Met dit gedicht werd Maarten van Petersen negende
Kantoor
Ik werk hier al zo’n vijfendertig jaren. De oude Jansen was nog directeur. Ik kwam als hulpje van meneer van Baren. We hadden een kantoor met dichte deur om zo in alle rust de klus te klaren. De koffiedames brachten bakkies pleur.
De oude Jansen was al bijna tachtig, maar altijd nog onmisbaar, zo vond hij. Dat maakte de familie zenuwachtig, want voor de klanten was hij geen partij. Al waren de protesten nog zo krachtig, hij bleef, totdat zijn vrouw zei: “ ’t Is voorbij!”
De jonge Jansen wilde muren slechten. De hokjesgeest, daar ging hij iets aan doen. De kamertjes waaraan wij allen hechtten zijn omgebouwd tot een kantoorplantsoen. Ik kwam achter een dadelpalm terecht en meneer van Baren ging met vroegpensioen.
De koffiedames zijn nu apparaten: elk kopje wordt met veel lawaai gewrocht en dus gaat iedereen nog harder praten. Men heeft het over warmte, kou en tocht. Ik dagdroom van ’t kantoortje waar we zaten en denk: ik zou je missen als het mocht.
Maar ’t is niet erg, dat ik niet goed kan werken: bedrijfscohesie staat er op het spel en wie zou die nou niet willen versterken? Ik als kantoorplantsoenbewoner wel! Vooral omdat geen mens het op kan merken dat ik wat zit te soezen bij Excel.
Op zondag 16 maart vond de prijsuitreiking van de Willem Wilminkdichtwedstrijd plaats in lunchroom Feijn, de horecagelegenheid van de bibliotheek van Almelo. Het is een wedstrijd waarbij de 10 genomineerden even geduld moeten hebben, want ze komen pas na de pauze.
Na het welkomstwoord interviewde Rosa Schogt, de gastdichter van vorig jaar, Twan Vet, de gastdichter van dit jaar. Er was een vraag over de verplichte zin “ik zou je missen als het mocht”. Twan bevestigde dat dit goed bij zijn oeuvre past, omdat hij houdt van weemoedige, verlangende poëzie. We kregen een sneak preview in zijn bundel die 5 juni uitkomt. Het zijn mooie lichtvoetige vrije verzen.
Daarna was het de beurt aan de gastdichters om een gedicht voor te lezen dat aansloot bij het thema van de Boekenweek: je moerstaal. Als eerste las Wobke, de weduwe van Willem Wilmink, een gedicht in het Twents. Hierna volgden Jean Pierre Rawie, Jan Boerstoel, Frank van Pamelen, Jan J. Pieterse, Theo Danes, Wietske Loebis, Rosa Schogt en wederom Twan Vet.
Het laatste onderdeel voor de pauze was het optreden van Wobkes kleindochter Joosje Deckers, een aantal liedjes zong met teksten van Willem Wilmink, maar ook eigen teksten.
En toen was het pauze, tijd voor de genomineerden om zenuwachtig te worden, want na de pauze worden zij een voor een naar voren geroepen, beginnend bij nummer 10 en eindigend bij 1. Dat is zenuwslopend zolang je naam nog niet is genoemd. Voor de volledige uitslag verwijs ik naar site van de bibliotheek Almelo. Daar vind je ook een link naar de 10 genomineerde gedichten. Winnaar werd Gertrüd Reinink uit Zwolle met het volgende gedicht:
Verborgen boodschappen
brood, courgette, sla en fruit
hoe jouw handen op mijn huid
nee: eieren, toiletpapier
en dat kuiltje ergens hier
focus: aubergine, prei
steeds liet ik je dichterbij
stop nu: peper, zout, azijn
het genot dat grenst aan pijn
help me: chocola en ijs
geheim verlangen heeft een prijs
geur van wijn en tandpasta
koude koffie en daarna
oja: koffie, bladerdeeg
laatste woorden, hoe je zweeg
maar weer zakdoekjes, twee pakken
allesreiniger, afvalzakken
heb ik alles wat ik zocht
ik zou je missen als het mocht
Voor wat betreft de inbreng van Het Vrije Vers: Maarten van Petersen werd negende, Niels Blomberg vijfde en Judith Nieken derde.
In het publiek zaten nog Han Marinus, Bart Adjudant en René Turk.
Zijn hart gaat uit naar ronkende motoren. Hij laat ze aan de wijde omtrek horen, het liefste in een zoele zomernacht.
Het optimale koppel is zijn streven.
Hij kan genieten van de pure kracht. Dan schiet hij op zijn achterwiel naar voren. Zo’n actie kan niet iedereen bekoren: zijn liefje vindt het dom en ondoordacht.
Het optimale koppel is haar streven.
Dat zij op macho’s valt is een gegeven, op ruwe bolsters met een blanke pit, maar zij verlangt ook diepgang in het leven. Dit motorbeest heeft zij al afgeschreven: het is een lege huls waar lucht in zit.
Voor het vijftiende jaar op rij is hier het pi-sonnet van Niels Blomberg op pi-dag
Marjolein Faber is minister van Asiel en Migratie. Faber is een Latijnse beroepsnaam voor smid of timmerman. Een Latijns gezegde luidt: Nomen est omen, de naam is een teken.
Na een viertal publicaties in eigen beheer verscheen onlangs van Bart Adjudant bij Uitgeverij Liverse de bundel: 'Een vers is als een vat gedestilleerd'
Lichte gedichten Bart Adjudant 102 pagina’s
Prijs: € 15,95 ISBN 978 94 92519 92 4
Over de bundel:
Een Vat vol ambachtelijk gerijpte verzen. Rijk bouquet, soepel in de mond en steevast een glimlachopwekkende afdronk. Bart Adjudant is Grand Cru!
FRANK VAN PAMELEN
Light verse heet in het Nederlands ‘plezierdicht’. Zelden zal de lezer het plezier dat de dichter bij het schrijven ervaren moet hebben zo kunnen navoelen als in het werk van Bart Adjudant. Veeleisende versvormen als sonnet en rondeel voegen zich als vanzelfsprekend naar de veelal verrassende wending die hij voor ons in petto heeft.
Dat hij evenwel ook een ernstiger toon aan kan slaan, blijkt uit het ontroerende sonnet waarmee de bundel besluit. Van Bart Adjudant valt nog veel te verwachten.
JEAN PIERRE RAWIE
De bundel is te koop bij iedere boekhandel, (natuurlijk kiest u een lokale), of rechtstreeks bij Liverse.
Als u een gesigneerd exemplaar wilt, al dan niet met een opdracht, kunt u dat bij Bart bestellen (bartadjudant(a)ziggo.nl).Er komen dan wel €4,12 verzendkosten bij. Of u komt naar een van zijn optredens, bijvoorbeeld naar de bundelpresentatie bij Pictura in Groningen op 27 maart, georganiseerd door boekhandel Godert Walter.
De lak was verweerd door de regen en wind Maar hoogte is niet waar ik vrolijkheid vind Ben één keer zowat van een steiger gepleurd
Ik zocht naar een schilder, heb weken gespeurd De aannemers werden door angsten verblind Geen klusjesman die aan zo'n hoogte begint Hun stront door een RAL-tint of zeven verkleurd
Mijn vrouw bleef mij dwingen, heeft maanden gezeurd Ik zei dat ik bang was, zij ging door het lint ´Ben jíj nou een kerel, je lijkt wel een kind!´ Ik klom op de ladder door doodsangst verscheurd
Ik kreeg een idee en dat heeft mij gered Heb alles gewoon in de grondverf gezet
'Kijk daar nou die schatjes de bar binnen zweven' Ik draaide me om, ze had niet overdreven Een laagje thermiek op de vloer leek het wel
Hij zei: 'ik doe Rechten', zij zei: 'oh vertel!' Zo raakten hun werelden langzaam verweven Ze werden magneten, ze bleven maar kleven Wat keken ze gretig, wat straalden ze fel
Wij voelden de vonken, we volgden het spel Het stond op de deuren en ramen geschreven: Dit afspraakje duurt nog de rest van hun leven En iedereen wist het, behalve dat stel
Zij staarden slechts, stamelden, alles vergetend Een jongen, een meisje, zo heerlijk onwetend
Een kleermaker (haute couturier) rapporteert: 'Een goed ogend maatpak is altijd een pré De stijlvolle heer die die stelregel eert En elke persoonlijke aanval pareert Laat mannen verbleken in prêt-à-porter'
slaap, eet en drink. Ik denk niet veel en als ik denk, denk ik aan niets.
Gebroken dromen worden heel; het eiland wekt het kind in mij. De wind verleidt en streelt. Ik speel!
De wolken dartelen voorbij. Ik kus de herfst en voel me vrij.
Steven van der Burg: "Dit rijmpie zond ik naar een verhalenwedstrijd van het Texelfonds. Hoewel het niet echt een verhaal is (en het woord Texel er niet in voorkomt), werd ik als een van de zes genomineerden toch uitgenodigd het te komen voorlezen op de verhalenmiddag in de bioscoop van Den Burg. Niet gewonnen. De PC Hooftprijs trouwens ook niet."
Ik raak steeds meer aan Oostenrijk gehecht Ik dans de wals en doe aan wintersporten Ik drink veel schnaps en eet hier sachertorte Die lederhosen staan mij ook niet slecht
En na dat ongelukje bij het rodelen Bleek ik ineens verrassend goed te jodelen
De koffiebonen zijn verbazend schaars op het moment Vervelend als je, net als ik, verslaafd aan koffie bent Ik zocht en zocht maar nergens bleek een voorraadje te zijn Bij Jumbo niet, bij Ekoplaza, Spar noch Albert Heijn Ten slotte heb ik mij er moedeloos bij neergelegd Zo kwam ik als vanzelf weer bij de slijterij terecht
Ik ga dus niet naar dat poëtenfeest en zeker niet met jou; de drama Queen die drinkt en dan tekeer gaat als een beest. Ik ga dus niet naar dat poëtenfeest en by the way, ons huw’lijk is geweest, dat theatrale, ik hou het voor gezien. Ik ga dus niet naar dat poëtenfeest en zeker niet met jou; de drama Queen