Vandaag op Het vrije vers: het fraaie gedicht van Monica Boschman, waarmee zij zondag tweede werd bij de 28ste Willem Wilmink Dichtwedstrijd te Almelo!
 
 
Namens alle ctenolepisma longicaudata
 
We gaan op pad met vele en dragen met verve 
een pilwaardige naam. Maar noem ons gerust 
papiervisjes, niet uit de boeken weg te slaan. 
 
We dromen nog van Alexandrië. Die mooie bieb
verwoest door Caesar of een brand. Geloof jij dat?
Wij smulden, ze hadden ons niet in de hand. 
 
Nu zijn jouw boeken ons domein, we dringen door
tot in de vezels. De huisbibliotheek, wat een grap
om een studeerkamer zo te noemen, is wat klein
 
maar toch een waar luilekkerland. Jij leest overdag 
in de lage stoel. Wij werken ’s nachts, de materie
dichter op de huid, in ploegendienst op ons gevoel.
 
Vannacht begonnen we aan ‘Liedjes en gedichten’.
Vleugelloos rolden we over het papier, zo virtuoos
en lekker dik, het bracht ons uren rijmplezier.
 
Ter zake nu, voor ik uit ons verhaal verdwijn.
Je wilt vandaag de hele bups met gif bestrijden
zodat het straks gedaan is met ons allemaal.
 
Jij mag mijn gewetensvraag aanhoren: verdelg je 
mij of mag ik vrij over de bladzijden bewegen? 
Jij bent toch ook als boekenwurm geboren.
 
Monica Boschman
 

Log in

Gebruikersnaam en wachtwoord:

Zoeken

Forum Recent

Uit het archief

Wie ziet niet soms zich liggen in de kist

Naar J. A. Dèr Mouw, zelfde titel

Wie ziet niet soms zich liggen in de kist
verlicht door eng’lenschijnsel van omhoog
een gouden poort leidt naar de hemelboog
de ijle lucht wijkt onder ‘t alziend oog
zacht klinkt het snarenspel van een harpist.

Wie ziet niet soms zich liggen in de kist
voorop gaat reeds, gekleed in bef en toog
de dominee, zijn preekje kort en droog
bekenden staan daarrond als bermtoerist.

Wie ziet niet soms zich liggen in de kist
juist vrijgegeven door een patholoog
in handen van een erfrecht-fiscalist.

Ik zucht eens diep, het angstzweet wordt gewist.
Wie ziet niet soms zich liggen in de kist.