Geertruida Botje was een pinnig vals secreet.
Van haar mocht Berend nimmer met zijn boot uit varen,
ondanks het feit dat hij verknocht was aan de baren,
wat hem uit weemoed overmatig drinken deed.

Een frisse zeebries speelde nooit eens door zijn haar,
noch zag hij springende dolfijnen voor de boeg.
Zo kwijnde Berend Botje weg van jaar tot jaar
al aan de bruine toog van een Zuidlaarder kroeg.

Zijn leven, slechts gedomineerd door kwel en leed,
zo bovenmatig dat het haast niet was te dragen,
viel hem het zwaarst op zonbeschenen zomerdagen
als oostenwind met vlagen over 't water gleed.

Een frisse zeebries speelde nooit eens door zijn haar,
noch zag hij springende dolfijnen voor de boeg.
Zo kwijnde Berend Botje weg van jaar tot jaar
al aan de bruine toog van een Zuidlaarder kroeg.

Doch op een dag heeft hij zijn laarzen aangetrokken,
zijn bootje met een mast en zeiltje opgetuigd.
Bij 't keren van het tij is hij alleen vertrokken;
zijn vrouw Geertruida heeft hem zelfs niet uitgewuifd.
Hij zeilde klaar en plat voor 't lapje ongereefd
naar Mokum waar hij nu als Shantyzanger leeft.

In rook en dranklucht, steeds een neutje voor de boeg,
zingt hij zijn liedjes over botters en galjoenen
van acht uur 's avonds tot de kleine uurtjes vroeg
al aan de bruine toog in een Zeedijker kroeg.

Log in

Gebruikersnaam en wachtwoord:

Zoeken

Forum Recent

Uit het archief

Tarzanelle

640px Tarzan of the Apes
 
Nog altijd soepel slingert hij van tak naar tak
Hij is de onbetwiste koning van het woud
Maar in zijn brede borstkas groeit het ongemak
 
Al is hij meer dan honderd tropenjaren oud
Je hoort van verre al zijn wilde kreten klinken
Hij is de onbetwiste koning van het woud
 
Maar angstig ziet hij zijn domein steeds verder slinken
Door landbouw, brand en illegale bomenkap
Je hoort van verre al zijn wilde kreten klinken
 
Politici beloven nu als eerste stap
Geen oerwoud mag er in de toekomst nog verdwijnen
Door landbouw, brand en illegale bomenkap
 
Al jaren ziet hij tóch zijn leefgebied verkwijnen
De zegen en de vloek van eindeloze jeugd
Geen oerwoud mag er in de toekomst nog verdwijnen
 
De bossen sterven al zolang als Tarzan heugt
De zegen en de vloek van eindeloze jeugd
Nog altijd soepel slingert hij van tak naar tak
Maar in zijn brede borstkas groeit het ongemak