Ik moest toch maar eens stoppen met dat roken.
Dus naar een cursus voor de laatste sigaret.
Helaas heb ik er weinig opgestoken,
behalve stiekem twee op het toilet.
Mijn discipline was van korte duur.
De pleisters brachten ook al geen respijt
en aan mijn lijf geen vreemde naaldpunctuur.
Ik raak ook al mijn zekerheden kwijt.
Nu kauw ik me de hele dag in 't rond,
geregeld grijp ik maar weer in zo’n zak,
stuw overtollig speeksel door mijn mond:
het is echt smerig spul, die pruimtabak.
Toch is mijn wil een krachtig instrument:
Een Camel! Marlboro! Desnoods een Kent!