pixabay
Er woonde toen geen god in mij,
niet in mijn hart, niet aan mijn zij,
ik zocht, maar zonder te verwachten.
niet in mijn hart, niet aan mijn zij,
ik zocht, maar zonder te verwachten.
Ik keek diep in de duisternis,
waar zelfs het zwart niet zichtbaar is,
gebruikte alles wat maar kon verzachten.
waar zelfs het zwart niet zichtbaar is,
gebruikte alles wat maar kon verzachten.
Ik vroeg wat ik dan wel moest doen,
er kwam alleen geen antwoord toen,
waar was u toch met al uw machten?
er kwam alleen geen antwoord toen,
waar was u toch met al uw machten?
De zoon, het land, het was beloofd,
maar alles was van mij geroofd,
en ik begon de goden te verachten.
maar alles was van mij geroofd,
en ik begon de goden te verachten.
Waarom is er die haat in mij,
waarom is er geen liefde bij?
Ik werd bereid om iedereen te slachten.
waarom is er geen liefde bij?
Ik werd bereid om iedereen te slachten.
Als oog om oog en tand om tand
sloeg ik een spijker door zijn hand
en zag hoe de soldaten erbij lachten.
sloeg ik een spijker door zijn hand
en zag hoe de soldaten erbij lachten.
Nu kniel ik diep en heb berouw,
ik zag de wereld die u wou,
want na mijn daden las ik uw gedachten.
ik zag de wereld die u wou,
want na mijn daden las ik uw gedachten.