laan

De laan waarin we woonden
had geen eind en geen begin,
en alles wat bestond lag daar
voor altijd tussenin.
 
We kenden elke tegel, alle bomen,
begroeven schatten in de grond.
In eenendertig stappen bij elkaar,
ons zakmes sloot een bloedverbond.
 
Kunnen we nog eens teruggaan,
al is het voor één dag?
Buiten spelen, of met de racebaan,
dat groot zijn eventjes vergeten.
 
En dan blijven voor het eten,
als het van je moeder mag.
 
Reprise in het kader van de week van de poëzie, thema vriendschap.
Hier staat een ingesproken versie:

 

Log in

Gebruikersnaam en wachtwoord:

Zoeken

Forum Recent

Uit het archief

Geen fop

Kees Stip
Foto Kees Stip, WikimediaCommons
 
De engel leek een vrouw met vlerken op
De rug; ze kwam stil bij hem neergedaald
- Ooit zeker inspiratie voor een fop –
Beduidde hem met zachte schouderklop
Dat hij, de oude bard, werd opgehaald
 
Hij wachtte aan de hemelpoort, bepaald
Niet kort; het paradijs wordt vast een flop
Voor mij, al heb ik nooit door schuld gefaald,
Dacht Stip gebelgd, naar zonde nooit getaald
De sleutelwaarder krijgt straks op zijn kop
 
Ik bleef lang uit, ik moet me excuseren,
Sprak Petrus, maar ik heb, als fan van u,
Eerst thuis uw werk gehaald en vraag u nu
Of u dat - liefst met opdracht - wilt signeren