laan

De laan waarin we woonden
had geen eind en geen begin,
en alles wat bestond lag daar
voor altijd tussenin.
 
We kenden elke tegel, alle bomen,
begroeven schatten in de grond.
In eenendertig stappen bij elkaar,
ons zakmes sloot een bloedverbond.
 
Kunnen we nog eens teruggaan,
al is het voor één dag?
Buiten spelen, of met de racebaan,
dat groot zijn eventjes vergeten.
 
En dan blijven voor het eten,
als het van je moeder mag.
 
Reprise in het kader van de week van de poëzie, thema vriendschap.
Hier staat een ingesproken versie:

 

Log in

Gebruikersnaam en wachtwoord:

Zoeken

Forum Recent

Uit het archief

Spekkedikken (Groningse gerechten deel 3)



Nog even en het jaar is weer voorbij
De klok staat laatste uren weg te tikken
Maar ‘t naderende einde wordt verzacht
Door uitzicht op een schaal vol spekkedikke

De kater komt opdringerig langszij
Probeert door onophoudelijk te likken
De onrust weg te halen uit zijn vacht
Hij kent niet het genot van spekkedikke

Dan volgt het hoogtepunt, de buurt staat blij
Vrijwillig in de dichte rook te stikken
Van vuurwerk dat een gat slaat in de nacht
Gelukkig is er thuis nog spekkedikke

Aansluitend op die nacht vraagt men aan mij
Of ik iets van het nieuwe jaar verwacht:
Niet veel, maar aan het eind wel spekkedikke