Een hartelijk meisje, mijn nichtje Sofie
Haar leven is moeilijk gezien haar fobie
Haar bed uit te moeten dat maakt haar zo bang
Dus blijft ze maar liggen de hele dag lang
De kwaal is bekend in de psychologie
Als Paraskedivekatriafobie
Ze doet dus geen donder, mijn nichtje Sofie
-Het schaadt ongetwijfeld haar economie-
Door angst die op Fietje belemmerend werkt
Door angst die haar bezigzijn ernstig beperkt
Dat komt, zeggen lui in de psychologie
Door Paraskedivekatriafobie
Maar als ik de naam noem van nichtje Sofie
Roept iedereen balend en gruwend; “O díé !
Die meid doet maar niks en dat ligt maar in bed
Ze eet en ze wordt als een walvis zo vet”
“De schuld”, zegt haar boek over psychologie
“ Is Paraskedivekatriafobie”
Ik ging op bezoek bij mijn nichtje Sofie
We dronken een borrel, het werd ‘s nachts halfdrie
Ik dronk veel te veel met mijn oerstomme kop
De andere dag moest ik ook nog vroeg op!
Ik belde bij thuiskomst meteen maar mijn baas;
Het is een familiekwaal, baas, maar helaas
Dat staat in mijn boek over psychologie
‘t Is Paraskedivekatriafobie