Ver in’t heelal draait een planeet
Die de planeet der Waalven heet
De Waalf is een merkwaardig soort
Die tot het mensenras behoort

De Waalf is doorgaans zeer charmant
Maar heeft geen voor-en achterkant
‘Terug’ is Waalven onbekend
Hij gaat slechts heen, dat’s evident

Dat levert rust in het verkeer
Ze gaan slechts heen, en nimmer weer
Hun gang is traag, zo traag als stroop
Maar zonder heen- en- weergeloop

Hun vorst, dat is de Opperwaalf
Een jonge man nog, amper twintig of zoiets


(Hoewel dit gedicht niet meedong naar de wedstrijd op 'twaalf' te rijmen is hij toch te mooi om te laten liggen, red.)

 

Log in

Gebruikersnaam en wachtwoord:

Zoeken

Forum Recent

Uit het archief

De Murk



Ik ben maar een Murk, dus wat moet ik?
Ik ben in de wereld gepleurd.
Had iemand verstandig besloten,
dan was dat beslist niet gebeurd.

Een Murk van een onbekend merk,
mufneuzig en brunzig van poten,
zoiets had mijn ma niet besteld.

Laat staan mijn pa:
hij lag in een deuk, maar niet heus
en wou me het liefste verloten.

Maar dat vond mijn ma toch te erg.
Dus sloot ze me op in een koekblik
en fietste daarmee naar het park
en knoopte mijn staart aan een berk.

Oote oote oote boe,
waar moest het met mij naartoe?
Ik klampte me vast aan haar jurk –
een Murk is nou eenmaal geen held.

Maar ach, mijn ma!
Ze scheurde zich los met geweld
en ging toen gewoon naar haar werk.

Hier hurk ik nu, zwaar in de kroten.
Ik knaag wat op boomschors en noten
en wacht tot de Gurkbork me wurgt.

Net heb ik mijn neus weer gestoten
dus ja, ik besta nog, vermoed ik.
’s Nachts zeur ik heel zacht: Oote oote.
Wat wil je? Ik ben maar een Murk.