Het kastenstelsel viel me heel erg zwaar Hoe dikwijls ik wel niet was weergeboren! Het ene leven was nog amper klaar Of hup, een nieuwe opdracht was al daar Een hindoe moet altijd weer zien te scoren
Eens deed ik als brahmaan* iets van me horen Ik was als sudra zes maal de sigaar In dertien paria’s ging ik verloren Kshatriya, twee maal, kon me niet bekoren Als vijf vaishya’s was ik sjacheraar
De goden zullen mij niet meer gelasten Als speelbal in hun valse flipperkasten