Mijn broer die doet de hele dag geen donder
Hij toetert slechts bevelen vanuit bed

Hij vindt zichzelf apart, ja zelfs bijzonder
Hoewel geen mens dat ziet, zo’n raar sujet,
Daar komt men liever niet over de vloer

Maar hij is gek met Carmen van Bizet
En zingt dan luidkeels mee, maar hors concours
U vindt het gek dat ik hem stil bewonder
Maar al bij al, hij is vooral mijn broer

*
(Papa die speelt al jarenlang trombone
dat doet ie in een boerenblaaskapel

Oh, niets bijzonders hoor, een doodgewone
zo’n simpel blaasorkest, u kent dat wel
Op straat te zien, maar nooit op podia

Hij speelt geen Bach, geen Bruckner, geen Ravel
Geen rockmuziek, geen jazz of opera
Hij blaast gewoon zijn wondermooie tonen
Als trombonist, en enkel hoem papa)

Log in

Gebruikersnaam en wachtwoord:

Zoeken

Forum Recent

Uit het archief

Kwááák!



Piet Bakker ging op vrijdagavond vast
ter lessing naar ’t café van Opoe Bekker.
De jonge klare was er koel en lekker
en nooit stond er een glas leeg op de kast.

Zo rond de klok van elven, vaste prik
stond Piet vanwege wat hij had genoten
meestal een beetje wankel op de poten
en in zijn stem klonk nu en dan een hik;
dat was zijn tijd om op de fiets te stappen.

Maar op een keertje zat het hem niet mee
en reed hij in de sloot voor het café
in plaats van op het asfalt door te trappen.

Piet kwam vol kroos en prut het water uit
met op zijn kop een levensgrote puit.