De veren raken langzaam opgewonden,
het anker zet zich schrap met rad en tand.
De wijzerplaat roept: reik elkaar de hand,
wees wijzer wijzers, vrij en ongebonden!

Pendules laten knarsend van zich horen,
een vestzakuurwerk vangt al aan te hikken.
De Friese stoelklok zal het straks vertikken.
Het carillon zingt luidkeels van de toren:

Wij zien het uurtje achteruit niet zitten,
blijf af! Al onze wijzers zijn bevrijd.
Het is genoeg, de klokken zijn van slag.

Laat ons met rust tot aan de zomerdag
en stop toch dat geknutsel met de tijd
om wille van een uurtje langer pitten

Log in

Gebruikersnaam en wachtwoord:

Zoeken

Forum Recent

Uit het archief

Lenteliefjes

Ze raken  niet, hun speelse twijgen,
beroeren slechts dezelfde lucht.
Doch heen en weer gaat bladgerucht,
een zomer lang zal het niet zwijgen.

In herfstig loof, hoor hoe zij zucht,
de eik ziet haar naar hem toe neigen.
Ofschoon de maanden dagen rijgen,
draagt al haar pogen nimmer vrucht.

Hoe moet zij hem toch overtuigen
- wijl winter door hun kruinen blaast -
om ook een tak naar háár te buigen?

Maar dan schenkt lente hem nieuw blad
en één ervan kust 't blad ernaast
wiens groen komt uit een ander bad!

 

Er bestaat ook een gezongen versie van dit sonnet, te beluisteren op http://veradebrauwer.punt.nl/