De veren raken langzaam opgewonden,
het anker zet zich schrap met rad en tand.
De wijzerplaat roept: reik elkaar de hand,
wees wijzer wijzers, vrij en ongebonden!

Pendules laten knarsend van zich horen,
een vestzakuurwerk vangt al aan te hikken.
De Friese stoelklok zal het straks vertikken.
Het carillon zingt luidkeels van de toren:

Wij zien het uurtje achteruit niet zitten,
blijf af! Al onze wijzers zijn bevrijd.
Het is genoeg, de klokken zijn van slag.

Laat ons met rust tot aan de zomerdag
en stop toch dat geknutsel met de tijd
om wille van een uurtje langer pitten

Log in

Gebruikersnaam en wachtwoord:

Zoeken

Forum Recent

Uit het archief

De Haper



De Haper kan niet slapen,
zijn denkschuif wil niet dicht.
Zijn vliegwiel blijft maar draaien,
wat o zo lastig ligt.

‘O was ik maar een kater,
een doedier zonder dacht!
Dan volgde ik mijn snorren
en joeg de hele nacht.’

De Haper ligt te malen,
wak staart hij in het donk.
Er kruipen kriebelmieren
door zijn gedachtenkronk.

‘O was ik maar een gaper
die omviel van de slaap!
Helaas, ik ben een Haper,
ik haap.’