De schemer komt, de avond valt al vroeg
Toch zal ik in het duister niet verdwalen
Ik weet de weg en er is licht genoeg
Mijn pad wordt fel verlicht door het geflonker
Tienduizend lichtjes leiden mij naar huis
Ik vind mijn weg wel, nergens is het donker
En rode letters dwingen me tot staan
Ik staar verschrikt in een gefronst gezicht
De wijkagent kijkt mij bestraffend aan
Maar zorg eens dat je fietslicht het weer doet!'