vaevictis
 
Het leek zo doodeenvoudig op die dag
De wereld werd beoordeeld op zijn daden
De mensheid was verdeeld in goed en fout
 
Dus duwden wij met overwinningslach
Het karretje waarop zij is geladen
Een vrachtje dat voorgoed is afgekeurd
 
Een mens, gebonden op het ruwe hout
Bespuwd en nagestaard om haar gedrag
De horde dringt en denkt niet aan genade
 
De foto is er nog, al is 'ie oud
En of je hem nu weggooit of verscheurt
Dit beeld zal voortaan altijd blijven hangen
 
Wat zwart-wit was, is later ingekleurd
En schaamrood worden onze grijze wangen
 
 
 

Log in

Gebruikersnaam en wachtwoord:

Zoeken

Forum Recent

Uit het archief

Sonnet voor Tichelaar



Het slobbert wat in iets te ruime pakken
zijn lichaam en de schepper van zijn kop
deed daar twee forse kaken onderop
zodat de zaak gewichtig lijkt te zakken

De poten, ongeschikt voor hoge hakken
gaan wonderlijk lichtvoetig in galop
op weg naar weer een politieke top
de biotoop van ware Dickerdacken

Maar liever drijft hij onbekommerd rond
en ligt hij als een idioot in bad
wat orendraaiend om zich heen te gluren

Hij wentelwiekt het staartje om zijn kont
en koestert het als heimelijke schat
dat hij dat ding op afstand kan besturen