[youtube]8dVir-8LXuY[/youtube]


Hier sonnet 60 uit de door Coenraedt van Meerenburgh vertaalde Shakespearesonnetten (te bestellen bij www.liverse.nl). Je kunt nog altijd meedoen aan de Shakespearewedstrijd. Voor de eenvoudige regels moet je even doorscrollen.

Sonnet 60 

Als golven gaande naar het kiezelstrand,
Zo haasten de minuten zich voorbij,
En wie vooroploopt maakt z'n plaats vacant,
Voor hen die moeizaam volgen, zij aan zij.
Een boreling geworpen in het licht,
Kruipt naar volwassenheid, en eenmaal daar,
Verduistert een eclips zijn prachtgezicht,
En wat tijd gaf, brengt hij nu in gevaar.
Tijd weet door bloesem van de jeugd te steken,
En groeft in elk mooi voorhoofd lijnsgewijs,
Eet op wat wondere natuur kan kweken,
En niets weerstaat het maaien van z'n zeis.
En toch, m'n vers van hoop houdt altijd stand,
Het brengt jou lof, ondanks z'n wrede hand.



Sonnet LX

Like as the waves make towards the pibled shore,
So do our minuites hasten to their end,
Each changing place with that which goes before,
In sequent toile all forwards do content.
Nativity once in the maine of light,
Crawles to maturity, wherewith being crown'd,
Crooked eclipses gainst his glory fight,
And time that gave, doth now his gift confound.
Time doth transfixe the florish set on youth,
And delves the paralels in beauties brow,
Feedes on the rarities of natures truth,
And nothing stands but for his siethe to mow.
And yet to times in hope, my verse shall stand
Praising thy worth, dispight his cruell hand.


 

Log in

Gebruikersnaam en wachtwoord:

Zoeken

Forum Recent

Uit het archief

de passanten



we kuierden vanochtend op het zandpad

en volgden de rustgevende rivier

die stroomt langs het vakantiepark alhier

we groetten een mevrouw die aan de kant zat

 

onthaastende gezinnen uit de Randstad

verpoosden achter haagjes van laurier

een stelletje dronk thee op een plankier  

een plekje dat vrij uitzicht op het land had

 

in bungalows werd slaperig ontbeten

een heerschap zat in badjas op een kruk

qua schouwspel hadden gasten niets te klagen

 

wij werden als passanten snel vergeten

maar koesterden ons stiekeme geluk:

wij woonden in dit uitzicht, alle dagen