Toen raakte Gods ideeënstroom, zo zoetjes aan, eens op
En schiep Hij als Zijn laatste dier, je raadt het al, de blob
'Ik maak', dacht Hij, 'iets, net als Adam, van een klodder klei'
Maar werd door Eva afgeleid en was er niet goed bij

‘Dat vrouwtje, mwah, is naar mijn zin van voren nogal plat
Die werk ik heus nog bij en af, straks in mijn modderbad’
‘Maar allereerst nu blob’, sprak God, een tikkeltje bekoeld
Want blob was blob nog niet, zoals oorspronkelijk bedoeld

Zo stond zijn neus in het begin dus achter op zijn kruin
En stonden beide ogen nog een ietsiepietsie schuin
‘Een klodder hier, een klodder daar en zie het resultaat:
Het is misschien wat droevig, maar hij hoeft niet over straat’

‘En geef je hem een brilletje en ook een paar bretels
Dan krijgt zo’n pafferig figuur zowaar iets heel rebels’

Log in

Gebruikersnaam en wachtwoord:

Zoeken

Forum Recent

Uit het archief

Drollenvanger

De drollenvanger heb ik nog gedragen
Ik heb ze dus, als jongeman, gekend
Het was nu eenmaal mode in die dagen
Nou, mode, ach men was niet veel gewend

Men zag ze wel als mensen gingen jagen
Ze droegen ze wat graag en consequent
U had het alle jagers mogen vragen
Zij waren met die pantalon content

De drollenvanger kwam ik toch weer tegen
Gedragen door wat lui, sportief van geest
Ik telde er algauw een stuk of tien

Hoewel als kledingstuk nogal belegen
Is het geval terug van weggeweest
Ik heb ze op de golfbaan weer gezien