Beste Quirien,
volgens mij heeft het verbod op enjambement al sinds de introductie van het ollekebolleke in het Nederlandse taalgebied slecht betrekking op de doorloop van syntactische eenheden binnen de regels 1/2 en 2/3. Als voorbeeld van hoe het niet moet werd in 'Nieuwe Verzameling' opgenomen:
Wat een bedoening! De
Bisschop van Mechelen
en:
Wat een bedoening nu
Toch! Het V.N.-gebouw
Voor mij ligt het eerste in de handel gebrachte ollekebollekeboekje (potverdriedubbeltjes) van Polzer, Nieuwint en De Wijs. Daarin is regel twee bijna in elk vers het onderwerp van de in de eerste strofe te berde gebrachte hoofdzin. Hoofdroos en haaruitval vormen voor velen een bron van verdriet, G.B.J. Hiltermann heet voor zijn vrienden gewoon G.B.J., Peter de Kluizenaar galmde: God wil het! Jeruzalem vrij!, Dokter Eustachius is niet ten onrechte wereldberoemd, Jozef de huismeester had een mevrouw en die werd indiscreet, Kenners van Griekenland zeggen: Homerus dicteerde zijn werk, etc. enz.
In Nieuwe Verzameling, Dartele Dactylus, De Odyssee, Zeslettergrepigheid en de in aanbouw zijnde nieuwe bundel werd en wordt dit stramien doorgezet.
De laatste jaren (die term dient ruimhartig opgevat te worden) valt er in het werk van de doctorandus een 'versoepeling' van de regels te bespeuren. Het is nu ook toegestaan (voor zover dat niet steeds het geval is geweest) in regel 2 naast eigennamen of begrippen ook een zin als 'Hoog boven Antwerpen' of 'In de collegezaal' op te nemen. Een en ander heeft Cees van der Pluijm helder beschreven in de inleiding van het voor opgroeiende kinderen niet genoeg aan te bevelen 'Zeslettergrepigheid'.
In mijn gisteren gepubliceerde Pandorabolleke bestond regel 2 uit 'Niemand aanwezig nu...', wat moeilijk het onderwerp genoemd kan worden.
Vele groeten,
Michèl