Welkom, Gasten
Gebruikersnaam: Wachtwoord: Onthoud mij

Onderwerp: stop de vloed

stop de vloed 08 feb 2010 17:51 #1

Waar is mijn reddingsploeg?
Tranen verdringen mij
Stroming ontstaat met
Een razende vaart

Wie legt contact met een
Beverdambouwbedrijf
Knagers en bomen
Zijn mij nu wat waard
Alleen ingelogde leden kunnen reageren.

Re:stop de vloed 08 feb 2010 23:02 #2

  • Kees Koelewijn
  • Kees Koelewijn's Profielfoto
Dat zeslettergrepige woord blijft je parten spelen Eelke, terwijl je in de rest blijk geeft toch de dactylus wel te begrijpen.
Als je de tip toepast die ik verstopt heb in een ander antwoord (altijd een standaard fout en goed woord als ijkpunt bij de hand houden, bijvoorbeeld ópkalefateren en kaninefátenbrein))dan zie je dat dit woord helaas bij ópkalefateren past en niet bij kaninefátenbrein.
Alleen ingelogde leden kunnen reageren.

Re:stop de vloed 09 feb 2010 12:31 #3

  • Ben Hoogland
  • Ben Hoogland's Profielfoto
  • Offline
  • Forumgod
  • Berichten: 2643
  • Ontvangen bedankjes 1671
Beste Eelke,

ik snap de zin 'Tranen verdringen mij' niet.

je wordt door tranen verdrongen?

bij het woord verdrinken kan ik me meer voorstellen
Verba volant, scripta manent.
Alleen ingelogde leden kunnen reageren.
Tijd voor maken pagina: 0.110 seconden

Log in

Gebruikersnaam en wachtwoord:

Zoeken

Forum Recent

Uit het archief

Op de groei (Eervolle vermelding groeidichtwedstrijd)



Het leven is net als een groeigedicht.
Je denkt al gauw: ~Dat lap ik hem wel even.~
’t Blijkt toch een zwaar karwei, al lijkt het licht.

Het leven is net als een groeigedicht.
De eerste strofe heeft haast geen gewicht,
die heb je in een oogwenk neergeschreven.
Je denkt al gauw: ~Dat lap ik hem wel even.~
Daarna krijg je per regel minder zicht
op welke wijze je het vorm moet geven.
’t Blijkt toch een zwaar karwei, al lijkt het licht.

Het leven is net als een groeigedicht.
Je doet je best maar raakt nooit echt bedreven,
dat wordt je mettertijd wel ingewreven.
De eerste strofe heeft haast geen gewicht,
die heb je in een oogwenk neergeschreven.
Je denkt al gauw: ~Dat lap ik hem wel even.~
Daarna krijg je per regel minder zicht
op welke wijze je het vorm moet geven.
Een groeigedichtje maken is als leven:
aan ’t einde zie je pas wat is verricht.
’t Blijkt toch een zwaar karwei, al lijkt het licht.