Niet per se, je mag zoveel extra pauzes inlassen als je wilt, als die cesuur maar na drie jamben zit, zoals in het voorbeeld in deze uitleg van de dbnl:
cesuur
Etym: Lat. caesura = het afhakken < caedere = hakken.
l . In ruime zin: rustpauze binnen een vers.
2. In strikte zin: syntactische grens (rust) binnen een versvoet, bijv. in de volgende regel (aangegeven door //):
Wat droomt/ gij,// magt/ loos,// maar/ verme/ tel Telg/ der aar/ de
(J. Kinker, Gedichten, dl. 1, 1819, p. 31).
Hier komt de cesuur (aangegeven door //) zelfs tweemaal voor: tussen de syllaben van de tweede voet en die van de derde voet van de alexandrijn.
Bij uitbreiding kan het woord ook betrekking hebben op de rust tussen twee versvoeten, bijv.
Geke/tend aan/ het stof!// van ei/gen kracht/ en waar/de?
(J. Kinker, ib.)
In het laatste geval, met de rust tussen de derde en de vierde voet, noemt men de pauze ook wel diaeresis-