Welkom,
Gasten
|
|
Verkiezing
Ik wil u uiteraard niet irriteren Door steeds maar in gesprekken in te breken U denkt misschien: “Die is wel uitgezeken.” Toch ga ik u hier wéér interrumperen Een mens moet zeiken, dat is een gegeven En u als zeikminister moet ook weten Dat wij uw zeikgelofte niet vergeten Gaan wij iets in uw zeiktermijn beleven? Uw mooie woorden moeten eerst maar blijken Zolang als dat niet blijkt blijf ik maar zeiken |
Alleen ingelogde leden kunnen reageren.
|
De zon schijnt en het is november
weer keert de warmte en zij schraagt
het hart dat steels, maar steeds ontremder
om langverloren vreugde vraagt.
En in de duinen, uitgelaten,
liep ik met mijn ogen dicht;
huiswaarts scheen er uit de straten
zongekleurd namiddaglicht.
Laat de jaren nu maar komen,
er is allengs geen onderscheid
meer tussen onuitspreekbare dromen
En wat geleefd wordt en verbeid.
Onnodig zijn de prille wegen
om te ontkomen aan de tijd;
Altijd gelukkig, altijd zegen,
Altijd dit stille hart, altijd