Pi-gedicht

Ik had een inval die ik vorm wou geven
Het is een zaak van kalmte en verstand
En bovenal natuurlijk van talent

Die vorm moet uiteraard worden omschreven
Want anders raakt mijn arbeid wal noch kant
Al ben ik dat helaas wel weer gewend

Ik wilde iets met pi, dat was het streven
En als het even kan ook nog briljant
Derhalve waag ik een experiment

U snapt dus, ik ben min of meer gedreven
Maar gaat het mis en val ik door de mand
Of men verklaart het weinig efficiënt

Of wordt mij flink onder de neus gewreven
‘het is armoedig en niet bijdehand
Je bent een prutser en incompetent’

Ik zie ook wel bezwaren er aan kleven
Maar ben wel op een nieuwe vorm gebrand
En zie wel graag een meer dan happy end

Dus hoop ik op een luid ‘lang zal hij leven’
En kom ik met een foto in de krant
En wordt beroemd, ja zelfs bekend

Ik noem het tweeëntwintig deelstreep zeven

Bas,

Ik vind het een mooie vorm, en bovendien een leuk gedicht.

Maar ... ik moet toch wijzen op een wiskundige anomalie in het geheel:
pi heeft op zichzelf geen relatie met de breuk 22/7.

Pi is de deelverhouding van omtrek en diameter van een cirkel en irrationaal, dus zonder repetitie en met een oneindige decimale ontwikkeling, terwijl 22/7 een repeterende breuk is, waarin de eerste 6 decimalen eindeloos repeteren.

Dit gezegd hebbende, we doen hier natuurlijk niet aan wiskunde, dus blijft over: een mooie vorm, dat wellicht dan wel een andere betiteling zou moeten krijgen.

Ha Bas, leuk gedicht maar ik ben het wel met de vorige spreker eens.
Kijk ook nog even naar het metrum, om te beginnen met regel 1... INgeVING
Een mooie uitdaging: probeer eens een pi-sonnet.

Arjen, Ben,

Dank. Maar het Pi-sonnet dankt zijn naam aan het feit dat 3+1+4+1+5 = 14. Zo zou je met 3+1+4 een Pi-octaaf ( octet, octijn?) kunnen schrijven. Of iets langers met 3,141592….
Mijn overweging was dat als je een gedicht kunt schrijven op basis van 3,14, dat ook zou moeten kunnen op basis van tweeëntwintig zevende.
Niels heeft ‘loodsmannetje’ al eens een ongeschikt woord genoemd. Zijn ingeving en hopelijk ook niet geschikt?

Cees v d Pluijm schrijft
Geen strakke, gestileerde rechte lijnen

Arjan Keene schreef : Arjan, Je geeft een aantal interessante wiskundige wetenswaardigheden, maar dat neemt niet weg dat 22/7 een oeroude en redelijk nauwkeurige benadering van pi is.

Als uit het gedicht van Bas blijkt dat hij "iets met pi" wilde en dat het uiteindelijk een benadering is geworden in de vorm van de breuk 22/7 dan heeft hij gelijk. Het is dus geen pi-gedicht geworden maar een benadering ervan. Dit voor zover de logica.

Mijn opmerking over metrum blijft staan: Ik keur geen woorden af of goed, ik geef slechts aan als je het gedicht in vijfvoetige jambe schrijft dan is het een goed gebruik om de klemtonen van de woorden op de heffingen te plaatsen...

Ik HAD een INgeVING een VORM te GEven

...anders gaat het rammelen.

Natuurlijk weet ik ook wel dat niet alle klemtonen met evenveel nadruk worden uitgesproken en waarschijnlijk ben ik de enige die hierover valt. Ik probeer aan te geven waar eventueel ruimte is voor verbetering. Ben je het er niet mee eens - even goede vrienden.

Ben,
ik blijf wel graag goede vrienden met je. Ik begrijp inmiddels het verschil in de klemtoon van ingeving en bijv.ketelhuis:
'Ik had een ingeving'- 'Ik zag het ketelhuis..'.
Ik heb e.e.a. veranderd.

Anderen,

Pi is voor mij een wiskundig getal dat zowel als 3,14 als 22/7 kan worden weergegeven. Zoals de drie-vier-vijfsteek een in de praktijk toegepaste 'stelling van Pythagoras' is.

Ha Bas, het gedicht start beter zo.

a. pi is een irrationaal getal en dus geen breuk
b. de 3-4-5 steek is een toepassing van de stelling van Pythagoras.
c. wiskunde is een leuk vak

Welke stelling is niet waar?

Er zijn heel veel schattingen bekend van het getal pi. 22/7 is daar een van.
Deze klopt tot 3,14 en dan wijkt het al af van pi.
Een nauwkeuriger schatting is het getal van Metius: 355/113 = 3,14159292
Of probeer deze eens: 3 + 4/28 – 1/(790 + 5/6) = 3,1415926539
Hierbij worden in de berekening alle getallen van 0 t/m 9 maar één keer gebruikt.

Maar het blijft behelpen.