Verse vis
De visboer is een man van losse zeden
Fileert voor u de wijting en de griet
Terwijl hij zingt dat hij u 'gere ziet'
Charmeert en flirt met onbenulligheden
'n Pondje schar, een vette poon, de rooie
Of wat u maar aan zeefruit mag verlangen
Hij vraagt om hem geen bot te laten vangen
Als hij een visje uit probeert te gooien
Zijn vader zegt: 'Het is een lekker jong'
Ook ín de zaak gaat hij over de tong