Welkom,
Gasten
|
|
Het schaap een kuddedier?
Zeg, vroeg het schaap Veronica, zou ik mijn vacht bederven Wanneer ik in een winkel waar men nu dat spul verkoopt Een bus oranje verf koop om mezelf daarmee te verven? En word ik dan een kuddedier dat in de massa loopt? De dames Groen verzuchtten: Och wat stelt u rare vragen! Waarom toch zou u zoiets doen? U heeft zo’n mooie vacht! U zou uzelf, zo menen wij, als schaap enorm verlagen En dat is iets wat wij van u echt nooit hadden verwacht. Maar beste dames, sprak het schaap, u wilt toch niet beweren Dat u niet snapt waarom ik nu die vragen aan u stel. Inmiddels hult half Nederland zich in oranje kleren. Ik vraag het aan de dominee, die snapt mij zeker wel. De dominee kwam desgevraagd Veronica bezoeken. Hij bracht een grote toeter en oranje slingers mee. Die hing hij in haar kamer met punaises in de hoeken. En zei: het verven van uw vacht vind ik een puik idee. Op zoveel enthousiasme had het schaap niet echt gerekend. Ze werd er in haar schapenhart wat zenuwachtig van. U bibbert, sprak de dominee, ik vrees dat zulks betekent Dat u bij nader inzien toch weer afziet van uw plan. Da’s spijtig voor Oranje, want als u het niet wilt doen Dan worden onze jongens vast geen wereldkampioen. |
Alleen ingelogde leden kunnen reageren.
|
Ver in’t heelal draait een planeet
Die de planeet der Waalven heet
De Waalf is een merkwaardig soort
Die tot het mensenras behoort
De Waalf is doorgaans zeer charmant
Maar heeft geen voor-en achterkant
‘Terug’ is Waalven onbekend
Hij gaat slechts heen, dat’s evident
Dat levert rust in het verkeer
Ze gaan slechts heen, en nimmer weer
Hun gang is traag, zo traag als stroop
Maar zonder heen- en- weergeloop
Hun vorst, dat is de Opperwaalf
Een jonge man nog, amper twintig of zoiets
(Hoewel dit gedicht niet meedong naar de wedstrijd op 'twaalf' te rijmen is hij toch te mooi om te laten liggen, red.)