Lekker lopen in de bossen,
Met zijn zachte, groene mossen,
(Beter dan een avond hossen)
Is ontspanning voor de geest.
Al die tochten door de wouden
Zijn voor mij fysieke lauden;
Wit-rood steeds goed aangehouden,
’t Is nog nooit zo fijn geweest!
Zie, we naderen het westen
Door natuur die ons nog restte
Maar dit is dan ook het beste
Wat provincie Utrecht biedt.
Kijk daar toch, een piramide!
Bouwval van een apatride,
Midden in de heigebieden.
Reden voor een vrolijk lied.
Soms een kroegje langs je route,
Waar men jou dan zal begroeten.
Rust voor doodvermoeide voeten
En er is misschien ook bier.
Maar ook wil het wel gebeuren
(‘t Is bepaald niet goed te keuren):
Sta je voor gesloten deuren
Staat ie zelfs niet op een kier!