Op het najaar
Ieder najaar heb ik pret.
Des te meer de bomen treuren
des te meer ik op ga fleuren
des te schuiner staat mijn pet.
Storm maar, storm, mijn jas staat bol.
Des te meer de takken kalen
des te meer u mij ziet stralen
des te groter wordt mijn lol.
‘t Stervend blad doet mij veel deugd.
Des te meer de blâren sneven
des te meer ik op ga leven
des te hoger stijgt mijn vreugd’.
Regenvlagen, hagel, wind.
Des te meer de wind gaat razen
des te snediger mijn frasen
des te beter het mij zint.
Uitgewaaid maar in mijn sas.
Des te meer de blâren vallen
des te leutiger mijn lallen.
Vinus minus veritas.
Wel geldt deze vaste wet:
najaarswandelend langs kroegen
word ik tot mijn ongenoegen
spoedig aan de straat gezet.
Katja Bruning