Zijn gestalte is massief.
Zijn gelaat is onbewogen.
Toch is hij vol mededogen.
Ook het allerergste gajes
Stopt hij node in de bajes.
Ik beken: ik heb hem lief.
Gaarne deelde ik zijn bed.
Mais tant pis: Madáme Maigret!
De strijd tegen het roken wordt verhard Men maakt een eind aan onbekommerd zuipen En waarschuwt wie verliefd in bed wil kruipen: Voorkom venerisch leed en slaap apart
Zo blijkt dat van geneugten van mijn jeugd Er achteraf niet eentje heeft gedeugd